●
Plaats het werkstation in een goed geventileerde ruimte. Zorg voor ten minste 15 centimeter
ruimte aan de voor- en achterkant van het werkstation, zoals in de volgende afbeelding wordt
getoond.
Uw werkstation kan er iets anders uitzien dan het model in de afbeelding.
Afbeelding 3-1
●
Zorg ervoor dat de temperatuur van de omgevingslucht rond het werkstation binnen de
gespecificeerde limiet blijft.
OPMERKING:
locaties die zich boven 1.524 m bevinden, moet deze waarde voor elke 304,8 m met 1°C worden
verlaagd. Op 3.048 m hoogte is de maximaal toegestane temperatuur van de omgevingslucht
dus 30 °C.
●
Zorg bij installatie in een kast voor voldoende ventilatie in de kast en zorg ervoor dat de
temperatuur in de kast niet hoger is dan de gespecificeerde limiet.
●
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen en de luchtgaten nooit geblokkeerd zijn. Zo voorkomt u
dat de binnenkomende of uitgaande luchtstroom van het werkstation wordt belemmerd (zie de
volgende afbeelding).
Afbeelding 3-2
20
Hoofdstuk 3 Het workstation installeren
Goede ventilatie van het werkstation
De bovengrens van 35 °C is slechts geldig tot een hoogte van 1.524 m. Voor
Goede plaatsing van het werkstation
NLWW