ZWAAIFUNCTIE
De uitblaaskleppen bewegen op en neer zodat de koude of warme lucht alle hoeken en kanten van
de kamer kan bereiken.
Zwaaifunctie selecteren
Druk de SWING-toets in.
Het SWING-display licht op.
In deze modus zwaaien de uitblaaskleppen automatisch op en neer.
Zwaaifunctie stoppen
Druk de SWING-toets nogmaals in.
Het SWING-display gaat uit.
De uitblaasrichting wordt weer aangepast aan de oorspronkelijke instelling.
Over de zwaaifunctie
Tijdens koelen / ontvochtigen : Zwaaibereik tussen 1 en 4.
Tijdens verwarmen : Zwaaibereik tussen 4 en 7.
De zwaaifunctie kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator niet of met zeer lage snelheid draait.
BOOSTERFUNCTIE
Het toestel werkt op maximumvermogen, zeer handig voor een snelle afkoeling of opwarming van
de ruimte.
Zet eerst de airconditioner aan vooraleer u deze functie selecteert.
De BOOSTER-functie selecteren
Druk de POWERFUL-toets in.
Bij het indrukken van deze toets hoort u een andere pieptoon dan bij de overige toetsen.
De boosterfunctie start: 3 x piep / andere functies: 2x piep.
De BOOSTER-functie stoppen
Druk de POWERFUL toets nogmaals in.
Het toestel werkt terug gewoon.
Over de BOOSTER-functie
Koelen/Ontvochtigen
De boosterfunctie slaat automatisch af wanneer de ruimtetemperatuur de ingestelde temperatuur
bereikt heeft of anders na 20 minuten. U kan hiervoor niet zelf een tijdsduur ingeven.
Verwarmen
De boosterfunctie slaat automatisch af wanneer de ruimtetemperatuur de ingestelde temperatuur
bereikt heeft of anders na 20 minuten. U kan hiervoor niet zelf een tijdsduur ingeven.
Uitblaasrichting en –volume zijn automatisch ingesteld in deze modus. De uitblaasrichting kan
gewijzigd worden met de corresponderende toets.
De boosterfunctie en de ECONOMY-functie kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld.
De functie die het laatst is ingesteld op de afstandsbediening krijgt voorrang.
Wanneer tijdens de OUTDOOR UNIT LOW NOISE functie, de boosterfunctie wordt ingesteld,
begint de OUTDOOR UNIT LOW NOISE functie nadat de boosterfunctie beëindigd is.