7 Configuratie
INFORMATIE
Instellingen [9.3.3] en [9.3.5] zijn aan elkaar gekoppeld. Als
u één instelling verandert, wordt ook de andere gewijzigd.
Controleer dus bij het veranderen of de waarde van de
andere instelling nog steeds is zoals verwacht.
INFORMATIE
Tijdens normaal bedrijf is de capaciteit van de tweede stap
van de back-upverwarming bij nominale spanning gelijk
aan [6‑03]+[6‑04].
INFORMATIE
Als
[4‑0A]=3
en
de
stroomverbruik van de back-upverwarming maximaal en
gelijk aan 2×[6‑03]+[6‑04].
INFORMATIE
Alleen voor systemen met ingebouwde warmtapwatertank:
als het instelpunt van de opslagtemperatuur hoger is dan
50°C, adviseert Daikin de tweede stap van de back-
upverwarming NIET uit te schakelen, aangezien dit een
grote invloed heeft op de tijd die de unit nodig heeft om de
warmtapwatertank op te warmen.
Capaciteit stap 1
#
Code
[9.3.4]
[6‑03]
▪ De capaciteit van de eerste stap van
de back-upverwarming bij nominale
spanning.
Extra capaciteit stap 2
#
Code
[9.3.5]
[6‑04]
▪ Het verschil in capaciteit tussen de
tweede en de eerste stap van de back-
upverwarming bij nominale spanning.
De nominale waarde hangt af van de
configuratie
upverwarming.
7.2.5
Configuratiewizard: Primaire zone
De belangrijkste instellingen voor de primaire aanvoerwaterzone
kunnen hier worden ingesteld.
Afgiftesysteem
Afhankelijk van het systeemwatervolume en het warmteafgevertype
van de primaire zone, kan het langer duren om de primaire zone te
verwarmen of af te koelen. Deze instelling kan een langzaam of een
snel verwarmings-/koelsysteem compenseren tijdens de verwarm/
afkoelcyclus (koeling alleen met een geplaatste EKHVCONV2).
De doel-delta T voor de primaire zone zal afhangen van deze
instelling. Doel-delta T-regeling is alleen mogelijk indien er slechts 1
zone actief is. De pompregeling zal anders zijn wanneer beide zones
actief zijn.
Bij regeling via een kamerthermostaat zal deze instelling invloed
hebben op:
▪ de
maximummodulatie
aanvoerwatertemperatuur.
▪ de mogelijkheid om op basis van de binnenomgevingstemperatuur
automatisch tussen koeling/verwarming om te schakelen (alleen
met een geplaatste EKHVCONV2).
Daarom is het belangrijk om dit correct en in overeenstemming met
uw systeemlayout in te stellen.
Installatiehandleiding
20
noodstand
is
actief,
is
het
Beschrijving
Beschrijving
van
de
back-
van
de
gewenste
#
Code
[2.7]
[2‑0C]
▪ 0: Vloerverwarming
▪ 1: Ventilo-convector
▪ 2: Radiator
De instelling van het afgevertype heeft als volgt een invloed op het
instelpuntbereik van de ruimteverwarming en de doel-delta T bij
verwarming:
Beschrijving
Instelpuntbereik
ruimteverwarming
0: Vloerverwarming Maximum 55°C
1: Ventilo-
Maximum 55°C
convector
2: Radiator
Maximum 65°C
OPMERKING
Gemiddelde
aanvoerwatertemperatuur - (Delta T)/2
Dit betekent dat bij een zelfde instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur
afgevertemperatuur van de radiatoren lager is dan die van
de vloerverwarming, vanwege een grotere delta T.
Voorbeeld radiatoren: 40–8/2=36°C
Voorbeeld vloerverwarming: 40–5/2=37,5°C
Om te compenseren, kunt u:
▪ De weersafhankelijke curve gewenste temperaturen
verhogen [2.5].
▪ Modulatie
van
inschakelen en de maximale modulatie verhogen [2.C].
Bediening
Bepaal hoe de werking van de unit wordt geregeld.
Regeling
Vertrekwater
De unit werkt op basis van de
aanvoerwatertemperatuur, ongeacht de
werkelijke kamertemperatuur en/of de vraag
om de kamer te verwarmen of af te koelen.
Externe
De unit werkt op basis van de externe
kamerthermostaa
thermostaat of soortgelijk (bijv.
t
warmtepompconvector).
Kamerthermostaa
De unit werkt op basis van de
t
omgevingstemperatuur van de
gebruikersinterface die wordt gebruikt als
kamerthermostaat.
#
Code
[2.9]
[C‑07]
▪ 0: Vertrekwater
▪ 1: Externe kamerthermostaat
▪ 2: Kamerthermostaat
Instelpunt modus
De instelpuntstand definiëren:
▪ Vast : de gewenste aanvoerwatertemperatuur hangt niet af van
de buitenomgevingstemperatuur.
▪ In de stand Weersafhankelijke
koeling
geldt
het
volgende
aanvoerwatertemperatuur:
▪ hangt af van de buitenomgevingstemperatuur voor verwarming
▪ hangt NIET af van de buitenomgevingstemperatuur voor
koeling
▪ In
de
stand
Weersafhankelijk
aanvoerwatertemperatuur af van de buitenomgevingstemperatuur.
Beschrijving
Doel-delta T bij
verwarming
Variabel
Variabel
Vast 8°C
afgevertemperatuur
de
gemiddelde
de
aanvoerwatertemperatuur
Bij deze regeling...
Beschrijving
verwarming,
constant
voor
de
gewenste
hangt
de
gewenste
EAVZ16S18+23DA6V(7)+9W
Daikin Altherma 3 H F
4P556073-1A – 2021.09
=