INFORMATIE
▪ Tegen barsten beschermen: de glycol zal ervoor
zorgen dat de leidingen niet barsten, maar zal er NIET
voor zorgen dat de vloeistof in de leidingen niet
bevriest.
▪ Tegen vorst beschermen: de glycol zal ervoor zorgen
dat de vloeistof in de leidingen niet bevriest.
OPMERKING
▪ De vereiste concentratie kan verschillen volgens het
type van glycol. Vergelijk STEEDS de vereisten in
bovenstaande tabel met de specificaties van de
producent van de glycol. Indien nodig, gebruik de
specificaties (vereisten) van de producent van de
glycol.
▪ De toegevoegde glycolconcentratie mag NOOIT meer
dan 35% bedragen.
▪ Indien de vloeistof in het systeem bevroren is, zal de
pomp NIET kunnen starten. Vergeet nooit dat wanneer
u het systeem tegen barsten beschermt, de vloeistof
erin nog steeds kan bevriezen.
▪ Wanneer water in het systeem stil blijft staan, is de
kans groot dat het water bevriest en het systeem hierbij
beschadigt.
Glycol en het maximaal toegelaten watervolume
Door glycol in het watercircuit toe te voegen, vermindert het
toegestaan maximumwatervolume van het systeem. Raadpleeg de
uitgebreide handleiding voor de installateur voor meer informatie
(onderwerp "Het watervolume en debiet controleren").
Glycolinstelling
OPMERKING
Als het systeem glycol bevat, moet de instelling [E‑0D]
ingesteld zijn op 1. Als de glycolinstelling NIET correct is
ingesteld, kan de vloeistof in de leidingen bevriezen.
Vorstbeveiliging door middel van
vorstbeveiligingskleppen
Over vorstbeveiligingskleppen
Wanneer er geen glycol is toegevoegd aan het water, kunt u
vorstbeveiligingskleppen gebruiken om water af te voeren van het
systeem voordat het kan bevriezen.
▪ Installeer vorstbeveiligingskleppen (ter plaatse te voorzien) op alle
laagste punten van de lokale leidingen.
▪ Normaal gesloten kleppen (bevinden zich binnen in de buurt van
de ingangs-/uitgangspunten van de leidingen) kunnen voorkomen
dat al het water van de binnenleiding wordt afgevoerd wanneer de
vorstbeveiligingskleppen open gaan.
OPMERKING
Stel bij de installatie van de vorstbeveiligingskleppen het
minimale koelinstelpunt (standaard=8°C) minstens 2°C
hoger in dan de maximale openingstemperatuur van de
vorstbeveiligingsklep.
vorstbeveiligingskleppen open gaan bij koeling.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de
installateur.
Verwarmingstape (ter plaatse te voorzien)
1 Plaats de verwarmingstape op de ter plaatse geplaatste
uitwendige leidingen.
2 Sluit de verwarmingstape aan op een geschikte externe
elektrische voeding.
EAVZ16S18+23DA6V(7)+9W
Daikin Altherma 3 H F
4P556073-1A – 2021.09
Indien
lager,
kunnen
de
6 Elektrische installatie
OPMERKING
▪ De inwendige verwarmingstape werkt alleen als de unit
ONDER SPANNING is. Koppel deze unit om deze
reden
nooit
los
hoofdschakelaar nooit uit tijdens de koude periodes.
▪ Wanneer
er
een
verwarmingstapes
uitwendige) niet meer onder spanning en is het
watercircuit dus NIET meer beschermd. Om ervoor te
zorgen dat deze toch volledig beschermd zijn, kan
glycol worden toegevoegd aan het watercircuit of
kunnen vorstbeveiligingskleppen worden gebruikt, zelfs
wanneer verwarmingstape op de ter plaatse geplaatste
uitwendige leidingen wordt aangebracht.
5.2.5
De tank voor warm tapwater vullen
1 Open om beurt elke warmwaterkraan om de leidingen van het
systeem te ontluchten.
2 Open de toevoerkraan van het koud water.
3 Sluit alle waterkranen nadat alle lucht uit de leidingen is
verwijderd.
4 Controleer op waterlekkages.
5.2.6
De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en om
ervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit niet
vermindert.
Isolatie waterleidingen buiten
Raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit of de
uitgebreide handleiding voor de installateur.
6
Elektrische installatie
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
6.1
Over het voldoen aan de normen
inzake elektriciteit
Alleen voor de back-upverwarming van de binnenunit
Zie
"6.3.4 De voeding van de back-upverwarming
6.2
Richtlijnen voor het aansluiten van
de elektrische bedrading
Aanhaalmomenten
Binnenunit:
Onderdeel
X1M
X2M
X5M
X6M
X10M
M4 (aarde)
van
het
net
en
draai
stroomstoring
is,
zijn
(zowel
de
inwendige
als
meeraderige
kabel
aansluiten" [ 4 13].
Aanhaalkoppel (N•m)
2,45 ±10%
0,88 ±10%
0,88 ±10%
2,45 ±10%
0,88 ±10%
1,47 ±10%
Installatiehandleiding
de
de
de
als
11