10. 10°C verwarmingsfunctie
De ruimtetemperatuur kan met de 10°C verwarmingsfunctie op een minimumtemperatuur van
10°C worden gehouden, waardoor de temperatuur niet teveel zal dalen.
Gebruik van de 10°C verwarmingsfunctie
Druk op de 10°C verwarmingstoets (fig. 5-20). Het indicatie-
lampje gaat branden. De luchtrichting wordt horizontaal.
Stoppen van de 10°C verwarmingsfunctie
Druk op de ST RT/STOP-toets (fig. 5-25). Het indicatie-lampje
gaat uit. De functie stopt.
Bijzonderheden 10°C verwarmingsfunctie
• De verwarmingsfunctie werkt niet als de ruimtetemperatuur hoog genoeg is.
• In de 10° C Verwarmingsfunctie kan alleen de verticale luchtrichting worden ingesteld.
Gebruik hiervoor de
• ls er bij multi-type airconditioners een unit in een andere ruimte wordt gebruikt om te verwarmen,
zal de temperatuur in de ruimte waar de 10 °C functie actief is, oplopen. Wij adviseren om bij
gebruik van de 10 °C Verwarmingsfunctie alle units op deze functie te zetten
11. Energiebesparingsfunctie
Zet de airconditioner aan, alvorens deze functie te selecteren.
Gebruik van de Energiebesparingsfunctie
Druk op de Energiebesparingstoets (fig. 5-21).
Het OPER TION-lampje (groen; fig. 3-6) en het ECONOMY-
lampje (groen; fig. 3-8) gaan branden.
De functie wordt gestart.
Stoppen van de Energiebesparingsfunctie
Druk opnieuw op de Energiebesparingstoets (fig. 5-21).
Het ECONOMY-lampje (groen; fig. 3-8) gaat uit.
De normale werking wordt hervat.
Bijzonderheden Energiebesparingsfunctie
• Bij maximaal vermogen levert de Energiebesparingsfunctie ca. 70% van het normale vermogen
bij koelen en verwarmen.
- ls de Energiebesparingsfunctie aanstaat tijdens de koelfunctie, wordt de ontvochtiging verbetert.
Deze functie is vooral handig als u de ruimte wilt ontvochtigen zonder veel temperatuurverlies.
- Tijdens de Energiebesparingsfunctie wordt automatisch de thermostaatinstelling gewijzigd in
de huidige temperatuur, zodat er niet onnodig gekoeld of verwarmd wordt.
• Zet de normale werking weer aan, als de ruimte in de Energiebesparingsfunctie niet voldoende
wordt gekoeld of verwarmd.
• ls de airconditioner in deze functie wordt gestopt, wordt de normale functie hervat als de unit
weer wordt aangezet.
• In de MONITOR-periode van de utomatische functie gaat de airconditioner niet draaien in de
Energiebesparingsfunctie als deze functie wordt geselecteerd.
16
toets.
LAMPJE
TIMER
OPERATION
ECONOMY
AAN
UIT
LAMPJE
TIMER
OPERATION
ECONOMY
UIT
AAN