2 Aan de slag
Opmerking
•
Laad de batterijen minstens 10 uur op voordat u de hoofdtelefoon voor het
eerst gebruikt.
•
Gebruik alleen oplaadbare NiMH-batterijen van Philips met een metalen
uiteinde in uw hoofdtelefoon. Andere typen oplaadbare batterijen
kunnen niet met dit systeem worden opgeladen.
•
AAA-alkalinebatterijen kunnen worden gebruikt voor de bediening van
de hoofdtelefoon, maar kunnen niet met dit systeem worden opgeladen.
•
Als het volume van de audiobron te laag is, wordt de zender automatisch
uitgeschakeld.
1
De geleverde batterijen installeren/vervangen (afb. B).
2
De antennebuis in de zender installeren (afb. C).
3
De zender inschakelen (afb. D).
De rode LED brandt wanneer de audiobron is aangesloten.
»
De rode LED knippert als er twee minuten lang geen
»
audiobron is aangesloten.
»
De rode LED is uit als er vier minuten lang geen audiobron
is aangesloten.
4
Om de hoofdtelefoon op te laden, sluit u de oplaadkabel op
de hoofdtelefoon aan (afb. E).
Hoofdtelefoon: rode LED is uit tijdens opladen.
»
Zender: groene LED brandt tijdens opladen en is uit
»
wanneer de hoofdtelefoon volledig is opgeladen.
5
Schakel de hoofdtelefoon in. De rode LED brandt (afb. F).
6
Verbind het audioapparaat met de zender (afb. G).
De groene LED brandt wanneer het is aangesloten.
»
Tip
•
Als er storing is, stemt u de zender en de hoofdtelefoon af op hetzelfde
kanaal (afb. H).
NL
5