3. Zorg ervoor dat de generator geaard is als de aangesloten apparaten
geaard zijn.
MASSA-AANSLUITING
4. Start de motoren en controleer of het controlelampje afgifte vermogen
(groen) gaat branden.
CONTROLELAMPJE AFGIFTE
VERMOGEN (GROEN)
5. Controleer of het aan te sluiten apparaat uitgeschakeld is en sluit het dan op
de generator aan.
6. Schakel de aangesloten apparatuur in.
32
CONTACTDOOS VOOR
PARALLELSCHAKELING