Download Print deze pagina

REMEHA QAD36 Installatiehandleiding pagina 4

Advertenties

2 Instellingen
Afb.5
Elektrische aansluitingen
1
E
L N PE L N
1 2 3 4
5 6 7 8
P P R Bk Gn W R/B Bk Bk Y/RY/R V V Gn Gn
Bn Be G/Y R B/G
2
Instellingen
2.1
Instellingen
Tab.2
Gerelateerde parameterinstellingen
Menu
Parameter
SWW
1660
1661
1663
4
5. De bedrading naar de connectorstrook van de boiler voor de regeling
van het circulatiesysteem is als volgt:
1 Q4 retourpomp (maximum 1A)
2 B39 retourtemperatuursensor
2
9
NO
CO
NC
NO
CO
NC
NO
CO
NC
AD-2002026-01
Installatie
Stel de gewenste optie in voor het activeren van de SWW-circulatiepomp. Normaal wordt deze
geactiveerd met tijdprogramma 4 (SWW) of onafhankelijk van SWW via tijdprogramma 5.
Wanneer de circulatiepomp geactiveerd is, schakelt zij herhaaldelijk in en uit tijdens de active­
ringsperiode (10 minuten aan en dan 20 minuten uit). Deze functie komt goed van pas wan­
neer er een groot warmteverlies is op de retourleidingen en de brander continu lange tijd
draait, met weinig tot geen warmwatervraag.
Het standaard setpunt is 45 °C. Wanneer de SWW-circulatiesensor is geïnstalleerd, monitort
de regelaar de SWW-retourtemperatuur wanneer de pomp geactiveerd is. Wanneer de sensor­
temperatuur onder het circulatiesetpunt daalt, wordt de pomp ingeschakeld tot het setpunt is
bereikt (met een minimale cyclustijd van 10 minuten). Bij een legionella-preventiecyclus wordt
de temperatuur van de sensor gebruikt om de duur van de temperatuurverhoging in te stellen.
Hierdoor kan het volledige leidingwatersysteem het setpunt van de legionella-preventiefunctie
gedurende de vereiste tijd bereiken. De tijdsduurteller van de temperatuurverhoging begint pas
te lopen wanneer de temperatuur van de sensor het setpunt van de legionella-preventiefunctie
heeft bereikt.
7795180 - v.02 - 12012022

Advertenties

loading