De monitor gebruiken
Bediening
Aan de voorkant van de monitor vindt u een aantal knoppen, zoals u hieronder ziet. Gebruik de menuknop (C)
om de beeldscherminstellingen aan te passen aan uw persoonlijke voorkeuren:
•
Installeer de monitor, sluit de kabels aan en pas de kantelhoek aan zoals beschreven in de sectie
hierboven.
•
Druk op de aan/uit-knop (F) om de monitor in en uit te schakelen. Het aan/uit-lampje gaat branden wanneer
de monitor wordt ingeschakeld.
•
De andere knoppen werken alleen als de monitor ingeschakeld is.
•
Stel de resolutie in
(De optimale resolutie
•
Pas de OSD-instellingen (On-Screen Display) aan
instellen) en pas het volume aan
(OSD-instellingen
(Het volume
aanpassen).
aanpassen).
Installatie
11