De detector moet zich binnen het bereik van het draadloze netwerk van de hub
bevinden (bij hetzelfde gebouw) om detectie en koppeling mogelijk te maken.
Het verzoek om verbinding met de hub wordt gedurende een korte tijd
verzonden op het moment dat het apparaat wordt ingeschakeld.
Als het koppelen met de Ajax-hub mislukt, schakel de detector dan 5 seconden
uit en probeer het opnieuw.
Als de detector met de hub gekoppeld is, verschijnt het in de lijst van apparaten
in de Ajax-app. Het bijwerken van de statussen van de detectoren in de lijst is
afhankelijk van de ingestelde pinginterval in de hub-instellingen. De
standaardwaarde is 36 seconden.
Statussen
Het statusscherm bevat informatie over het apparaat en de huidige parameters.
Zo vindt u de statussen van DoorProtect in de Ajax-app:
1. Ga naar het tabblad Apparaten
2. Selecteer DoorProtect in de lijst.
Parameter
Temperatuur
.
Temperatuur van de detector. Het wordt
gemeten op de processor en verandert
geleidelijk.
Toegestane afwijking in de waarde tussen de
app en de kamertemperatuur: 2°C.
Waarde