12.
Een toereikend draagvermogen van de samen te drukken bodem resp. fundament dient te worden
gewaarborgd.
13.
Draag tijdens het werk en bij de onderhoudswerkzaamheden geschikte beschermende kleding.
14.
Tijdens het achteruitgang dient de machinist de trilplaat van opzij te besturen, om kneuzingen tengevol-
ge van bekneld raken tussen disselboom/apparaat en opstakels te voorkomen. In oneffen terrein en bij
het verdichten van grof materiaal is voorzichtigheid geboden. Er dient voor een stabiele stand te worden
gezorgd.
15.
Trilplaten dienen zodanig bestuurd te worden, dat verwonding aan de handen door beknelling met vaste
objecten vermeden wordt.
16.
Trilplaten dienen dusdanig te worden ingezet, dat hun stabiliteit te allen tijde gegarandeerd blijft.
17.
Apparaten met geïntegreerd wielstel mogen niet op het wielstel geparkeerd of weggezet worden. Het
wielstel dient enkel en alleen voor het transporteren van de machine.
Controle
1.
Trilplaten mogen alleen worden gebruikt, wanneer alle beveiligingsvoorzieningen zijn aangebracht.
2.
Voor aanvang der werkzaamheden dient de machinist de bedienings- en beveiligingsinrichting te con-
troleren.
3.
Het veilige gebruik van het apparaat beperken of het milieu kunnen belasten, dient de persoon die toez-
icht houdt onmiddellijk hiervan op de hoogte te worden gebracht.
4.
Bij gebreken, die de bedrijfsveiligheid in gevaar brengen, dient het bedrijf onmiddellijk te worden ge-
staakt.
5.
Alle hulp- en bedrijfsstoffen moeten in volgens het voorschrift van de fabrikant gekenmerkte vaten te
worden opgeslagen.
Onderhoud
1.
Er mogen alleen origienele reservedelen worden gebruikt. Wijzigingen aan de machine, incl. het verstel-
len van het door de fabrikant ingestelde maximale motortoerental inbegrepen, mogen alleen met uitdruk-
kelijke toestemming van de firma Wacker plaatsvinden. Bij verontachtzaming vervalt iedere garantie.
2.
Onderhoudsverkzaamheden mogen alleen met uitgeschakelde aandrijving worden uitgevoerd. Wan-
neer een bougiedop aanwezig is, deze van de bougie nemen. Hiervan mag alleen worden afgeweken,
wanneer deze werkzaamheden zonder aandrijving niet kunnen worden uitgevoerd.
3.
Bij trilplaten met elektrostart dient voorafgaand aan werkzaamheden aan elektrische delen van de ma-
chine in alle gevallen de accu te worden losgekoppeld.
4.
Voorafgaand aan werkzaamheden aan hydraulische leidingen dient men deze drukvrij te maken. Voor-
zichtigheid is geboden bij het demonteren van hydraulische leidingen, aangezien de olie over 80
kan worden. De ogen tegen spatten beschermen.
5.
Na reparatie- en onderhoudsverkzaamheden dienen de beveiligingsvoorzieningen weer op de correcte
wijze te worden aangebracht.
6.
Om storingen bij de werking te voorkomen, dient de machine na ieder gebruik met water door middel
van een slang te worden gereinigd. Hoge drukreinigers of chemische middelen mogen niet worden
gebruikt.
Transport
1.
Ten behoeve van het verladen en transporteren van verdichtingsapparatuur met behulp van takels die-
nen geëigende hijsmiddelen op daartoe aangebrachte hijsogen te worden bevestigd.
2.
Laadplatformen dienen op het laadgewicht berekend en stabiel te zijn. Personeel dient tegen kantelen
of wegglijden van de machines en omhoog- of omlaagklappen van machinedelen maximaal te zijn be-
veiligd.
3.
Op transportvoertuigen dienen de trilplaten tegen wegrollen, wegglijden of kantelen te worden geborgd.
Testen
Trilplaten dienen in overeenstemming met de wijze van hun inzet en de bedrijfsomstandigheden al naar gelang
behoefte, in ieder geval echter één keer per jaar door een technisch sprecialist, b.v. in een Wacker-servicesta-
tion, op bedrijfsveiligheid te worden getest en zonodig te worden gerepareerd.
Wij verzoeken u tevens de in uw eigen land gelden voorschriften en richtlijnen te willen raadplegen.
SV00006NL
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
7
o
C heet