NL
WAARSCHUWING!
Veranker de uitrusting, met name wanneer de
ondergrond niet egaal is of schuin afloopt.
5.1
Aansluitings- en bedieningselementen
1
Netschakelaar
2
Schakelaar, normale bediening
3
Schakelaar, nauwkeurige bediening
4
Indicatielampje, stroombron AAN
5
Oranje indicatielampje, oververhitting
6
EURO-connector (voor lastoorts)
7
Aansluiting voor aardkabel (-), hoge
inductantie
5.2
Oververhittingsbeveiliging
Een oververhittingsbeveiliging beschermt tegen oververhitting. De beveiliging wordt
automatisch gereset wanneer de eenheid is afgekoeld.
5.3
Inductantieaansluiting
Hoge inductantie produceert een vloeiendere las en minder spatten. Lage inductantie
produceert meer geluid en een stabielere en geconcentreerde boog.
bc23dh
8
Aansluiting voor aardkabel (-), lage
inductantie
9
Knop voor selectie van - kruipstart -
AAN/UIT
10
Knop voor instelling van de draadsnelheid
11
Knop voor selectie van de tweetakt- of
viertaktmodus.
12
Knop voor instelling van de nabrandtijd
13
Digitaal instrument - V / A
14
Knop voor puntlassen - AAN/UIT en
instelling tijd
- 12 -
© ESAB AB 2011