Bediening
5.3.5
Toegang tot servicemodus.
32
1. Druk 3 seconden lang op een van de functietoetsen F1 t/m F4.
2. Druk tweemaal op F4 om naar het menu [+SERVICEMENU] te bladeren.
3. Druk op F2 om dit menu te openen.
4. Wanneer de menu's [+INSPECTIE] of [+FUNCTIETEST] zijn geselecteerd, schakelt
het systeem automatisch naar de servicemodus.
De servicemodus betekent dat:
•
Het instrument niet langer in de bedrijfsmodus staat
•
De monsternamesensor en het monstervat leeg zijn
•
Het systeem drukloos is gemaakt
•
De monsternamesensor is gesloten
•
Het storingsindicatiecontact in de laatste geldige stand blijft
•
Het instrument niet automatisch teruggaat naar de bedrijfsmodus