1 Belangrijke
veiligheidsinst
ructies
Veiligheid van het gehoor
Gevaar
• Om gehoorschade te voorkomen, moet u de tijd
dat u de oorstukjes op hoog volume gebruikt
beperken en het volume op een veilig niveau
instellen. Hoe luider het volume, hoe korter de
veilige luistertijd is.
Houd u aan de volgende richtlijnen bij het
gebruik van uw oorstukjes.
•
Luister gedurende een redelijke tijd op
een redelijk volume.
•
Pas op dat u het volume niet steeds
hoger zet omdat uw gehoor zich
aanpast.
•
Zet het volume niet zo hoog dat u niet
meer kunt horen wat er om u heen
gebeurt.
•
In potentieel gevaarlijke situaties moet
u voorzichtig zijn of het gebruik
tijdelijk staken.
•
Overmatige geluidsdruk van oorstukjes
en oorstukjes kan gehoorverlies
veroorzaken.
•
Het gebruik van oorstukjes met beide
oren bedekt tijdens het rijden wordt
niet aanbevolen en kan in sommige
gebieden illegaal zijn.
•
Vermijd voor uw veiligheid a�eiding
door muziek of telefoongesprekken in
het verkeer of in andere potentieel
gevaarlijke omgevingen.
NL
Algemene informatie
Om schade of storingen te voorkomen:
Let op
• Stel de oorstukjes niet bloot aan overmatige hitte.
• Laat de oorstukjes niet vallen.
• De oorstukjes mogen niet worden blootgesteld
aan druipende of spattende vloeistoffen.
(Raadpleeg de IP-classi�catie van het speci�eke
product)
• Zorg dat uw oorstukjes niet in water worden
ondergedompeld.
• Laad uw oorstukjes niet op als de connector of de
aansluiting nat is.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen die alcohol,
ammoniak, benzeen of schuurmiddelen bevatten.
• Als reiniging nodig is, gebruik dan een zachte
doek, eventueel bevochtigd met een minimale
hoeveelheid water of verdunde milde zeep, om
het product te reinigen.
• De geïntegreerde batterij mag niet worden
blootgesteld aan overmatige hitte, zoals zonlicht,
vuur en dergelijke.
• Explosiegevaar als de batterij op onjuiste wijze
wordt vervangen. Alleen vervangen door
hetzelfde of een gelijkwaardig type.
• Om de speci�eke IP-classi�catie te bereiken, moet
de klep van de laadsleuf gesloten zijn.
• Het wegwerpen van een batterij in vuur of een
hete oven, of het mechanisch pletten of snijden
van een batterij, kan leiden tot een explosie.
• Het achterlaten van een batterij in een omgeving
met extreem hoge temperaturen kan resulteren in
een explosie of het lekken van brandbare vloeistof
of gas.
• Een batterij die wordt blootgesteld aan extreem
lage luchtdruk kan resulteren in een explosie of
het lekken van brandbare vloeistof of gas.
Bedrijfs- en opslagtemperaturen en
vochtigheid
• Opslaan op een plaats waar de
temperatuur ligt tussen -20°C (-4°F) en
50°C (122°F) met een relatieve
vochtigheid van maximaal 90%.
• Gebruiken op een plaats met een
temperatuur tussen 0°C (32°F) en 45°C
(113°F) met een relatieve vochtigheid
tot 90%.
• De levensduur van de batterij kan
korter zijn bij hoge of lage
temperaturen.
•
Vervanging van een batterij door een
onjuist type kan de oorstukjes en de
batterij ernstig beschadigen
(bijvoorbeeld in het geval van
sommige types lithiumbatterijen).