Aanwijzing: de diagnosewaarden kunnen niet worden vastgesteld, omdat een BIA-diagnose niet
mogelijk is als u met uw schoenen aan op de weegschaal staat.
Weegschaal uitschakelen
De weegschaal wordt automatisch uitgeschakeld.
9. Resultaten evalueren
Body Mass Index (queteletindex)
De Body Mass Index (BMI) is een getal dat vaak wordt gebruikt voor de beoordeling van het lichaamsge-
wicht. Het getal wordt berekend met de waarden van het lichaamsgewicht en de lichaamslengte. De for-
mule hiervoor is: Body Mass Index = Lichaamsgewicht : Lichaamslengte². De eenheid voor BMI is daarom
[kg/m²]. De gewichtsindeling op basis van de BMI wordt bij volwassenen (vanaf 20 jaar) aan de hand van
de volgende waarden bepaald:
Categorie
Ondergewicht
Normaal gewicht
Overgewicht
Obesitas (Overgewicht)
Percentage lichaamsvet
De volgende lichaamsvetwaarden in % geven u een richtlijn (raadpleeg voor meer informatie uw arts).
Man
Leeftijd weinig
normaal
10 –14
<11%
11–16%
15 –19
<12 %
12 –17%
20 – 29
<13 %
13 –18 % 18,1– 23 % >23,1 %
30 – 39
<14 %
14 –19 % 19,1– 24 % >24,1 %
40 – 49
<15 %
15 – 20 % 20,1– 25 % >25,1 %
50 – 59
<16 %
16 – 21% 21,1– 26 % >26,1 %
60 – 69
<17 %
17– 22 % 22,1– 27 % >27,1 %
70 –100 <18 %
18 – 23 % 23,1– 28 % >28,1 %
Bij sporters wordt vaak een lagere waarde vastgesteld. Afhankelijk van de beoefende sport, de trainings-
intensiteit en de lichamelijke constitutie kunnen waarden worden bereikt, die nog onder de vermelde richt-
waarden liggen. Houd er echter rekening mee dat er bij extreem lage waarden sprake kan zijn van gevaar
voor de gezondheid.
Percentage lichaamswater
Het lichaamswater in % ligt normaal gesproken binnen de volgende bereiken:
Man
Leeftijd
slecht
10 –100
<50 %
Lichaamsvet bevat relatief weinig water. Bij personen met een hoog percentage lichaamsvet kan het per-
centage lichaamswater daarom onder de richtwaarden liggen. Bij duursporters kunnen de richtwaarden
vanwege een laag vetpercentage en een grote spiermassa juist overschreden worden.
Sterk ondergewicht
Matig ondergewicht
Licht ondergewicht
Pre-obesitas
Obesitas niveau I
Obesitas niveau II
Obesitas niveau III
zeer
veel
veel
16,1– 21% >21,1%
17,1– 22 % >22,1 %
goed
zeer goed
50 – 65 %
>65 %
BMI
< 16
16-16,9
17-18,4
18,5-25
25,1-29,9
30-34,9
35-39,9
≥ 40
Vrouw
Leeftijd weinig
10–14
<16 %
15–19
<17 %
20–29
<18 %
30–39
<19 %
40–49
<20 %
50–59
<21 %
60–69
<22 %
70–100 <23 %
Vrouw
Leeftijd
slecht
10 –100
<45 %
7
normaal
veel
16 – 21% 21,1– 26 % >26,1 %
17– 22 % 22,1– 27 % >27,1 %
18 – 23 % 23,1– 28 % >28,1 %
19 – 24 % 24,1– 29 % >29,1 %
20 – 25 % 25,1– 30 % >30,1 %
21– 26 % 26,1– 31 % >31,1 %
22 – 27 % 27,1– 32 % >32,1 %
23 – 28 % 28,1– 33 % >33,1 %
goed
zeer goed
45 – 60 %
>60 %
zeer
veel