Vierde uitgave • Derde druk
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Grondbeginselen
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies
voor elk aspect van de bediening van de machine.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener
alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de
bedieningshandleiding, veiligheidshandleiding en
verantwoordelijkheidshandleiding op te volgen.
Het gebruik van de machine voor een ander
doel dan het heffen van personen, samen met
gereedschappen en materialen, naar een werkplek
in de lucht is onveilig en gevaarlijk.
Als meerdere bedieners op verschillende
tijdstippen in dezelfde dienst een machine moeten
bedienen, wordt van alle bedieners verwacht dat
zij alle veiligheidsvoorschriften en instructies in
de bedieningshandleiding opvolgen. Dat betekent
dat elke nieuwe bediener een inspectie voor het
gebruik, functietests en een inspectie van de
werkplek moet uitvoeren voordat hij de machine
gebruikt.
Onderdeelnr. 145356DU
Bedieningsinstructies
Opstellen
1 Plaats de machine op een stevige ondergrond
recht onder het gewenste werkgebied.
2 Sluit de juiste krachtbron aan:
DC-modellen: Sluit de machine aan op het
accupak.
AC-modellen: Sluit de machine aan op een
geaarde 15A AC-voeding. Gebruik een
3,3 mm
max.13 m.
Luchtmodellen: Sluit de luchtleiding aan.
3 Steek de sleutel in het contactslot en draai
deze naar platformbediening.
4 Trek de rode noodstopknop van de
grondbediening uit en draai de rode noodstop
van de platformbediening om deze vrij te
zetten. Zorg ervoor dat het voedingslampje
brandt, of dat de luchtdrukmeter op
5,5 - 7,8 bar staat.
5 Plaats de stempels, stel deze bij zodat
de machine horizontaal staat en de
basiszwenkwielen enigszins van de grond
komen.
6 Controleer of alle vier de begrenzerlampjes bij
de grondbediening branden en of alle vier de
stempels stevig contact met de grond maken.
7 Controleer met behulp
van het waterpas of de
machine vlak staat.
Opmerking: Gebruik, als afstelling noodzakelijk is,
opnieuw het waterpas en het begrenzerdisplay om
te controleren of de machine vlak staat en alle vier
de begrenzerlampjes branden.
Genie AWP Super Series
Bedieningshandleiding
3-kabel geaard verlengsnoer van
2
19