Bedieningshandleiding
Inspectie voor het gebruik
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het
gebruik uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het
gebruik kent en begrijpt voordat u verder
gaat met de volgende sectie.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Ontluchtingsdop - AC- en DC-
modellen
Onderdelen kunnen beschadigd raken als de
machine zonder ontluchtingsdop wordt gebruikt.
Controleer of de ontluchtingsdop op de juiste
plaats in het hydraulische reservoir is geplaatst.
AWP-36 en AWP-40:
De eerste keer dat
deze machines worden
opgesteld voor gebruik,
dient de leidingplug in het
hydraulische reservoir
verwijderd te worden en
permanent te worden
vervangen door een
ontluchtingsdop.
Er is een ontluchtingsdop meegeleverd. Deze
bevindt zich in een envelop die aan de mast is
vastgeplakt nabij de platformbediening.
10
Grondbeginselen
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener
om een inspectie voor het gebruik en periodiek
onderhoud uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele
inspectie die de bediener voor elke dienst uitvoert.
De inspectie is bedoeld om te ontdekken of er
iets duidelijk mis is met de machine voordat de
bediener de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te
bepalen of periodieke onderhoudsprocedures
vereist zijn. Alleen gedeelten van het periodieke
onderhoud die in deze handleiding genoemd
worden, mogen door de bediener worden
uitgevoerd.
Zie de lijst op de volgende pagina en controleer
alle punten.
Indien er schade wordt ontdekt of een
ongeautoriseerde wijziging van de toestand waarin
de machine door de fabriek is geleverd, dient de
machine te worden voorzien van een label en uit
bedrijf te worden genomen.
Reparaties aan de machine mogen alleen
uitgevoerd worden door een gekwalificeerde
servicemonteur, in overeenstemming met de
specificaties van de fabrikant. Als de reparaties
voltooid zijn, moet de bediener opnieuw een
inspectie voor het gebruik uitvoeren voordat de
functietests worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten
door gekwalificeerde servicemonteurs
worden uitgevoerd, in overeenstemming
met de specificaties van de fabrikant
en de eisen die genoemd worden in de
verantwoordelijkheidshandleiding.
Genie AWP Super Series
Vierde uitgave • Derde druk
Onderdeelnr. 145356DU