SL-D500 Series
Gebruikershandleiding
Printeronderhoud
U moet onderhoud aan de printkop uitvoeren als er
problemen zijn met de afgedrukte resultaten, zoals
strepen of krassen in de afdrukken of als de afgedrukte
kleuren anders zijn dan normaal.
Onderhoudstaken
Het onderhoudsprogramma biedt de volgende
functies om de printkop in goede conditie te houden
en de beste afdrukresultaten te behalen.
Voer het juiste onderhoud uit op basis van de
afdrukresultaten en de situatie.
Automatisch controleren
Door deze instelling in te schakelen, controleert
een automatische spuitkanaaltjescontrole de toestand
van de spuitkanaaltjes met een bepaald interval en
worden de spuitkanaaltjes automatisch gereinigd als
ze verstopt zijn en worden normale spuitkanaaltjes
gebruikt om verstopte spuitkanaaltjes te compenseren
tijdens het afdrukken.
U kunt de voorwaarden voor het uitvoeren van
een spuitkanaaltjescontrole en het moment waarop
een spuitkanaaltjescontrole moet worden uitgevoerd
wijzigen bij "Automatisch controleren". U kunt deze
optie ook uitschakelen, zodat spuitkanaaltjes niet
automatisch worden gecontroleerd.
U "Tabblad Instellingen automatische controle
spuitopeningen" op pagina 72
c
Belangrijk:
Bij het controleren van de toestand van de
spuitkanaaltjes wordt 1 vel papier gebruikt, omdat
de printer een controlepatroon afdrukt op het
papier dat geladen is.
Ook zou het papier waarop het controlepatroon
wordt afgedrukt, vermengd kunnen worden met
andere afdrukken.
Het onderhoudsprogramma gebruiken (Windows)
Handmatig controleren
U kunt de toestand van de spuitkanaaltjes controleren
door een spuitkanaaltjescontrole uit te voeren,
bijvoorbeeld voordat u een belangrijke taak afdrukt,
of als de printer langere tijd niet is gebruikt of als de
automatische spuitkanaaltjescontrole is uitgeschakeld.
De printer detecteert automatisch of spuitkanaaltjes
verstopt zijn. Afhankelijk van de resultaten van de
controle kunt u de printkop reinigen.
U "Methoden voor spuitkanaaltjescontrole" op
pagina 76
Spuitkanaaltjescontrolepatroon afdrukken
Druk een spuitkanaaltjescontrolepatroon af wanneer
u wilt controleren of spuitkanaaltjes niet meer
verstopt zijn nadat de printkop is gereinigd of
wanneer u de toestand van de spuitkanaaltjes visueel
wilt controleren aan de hand van een gedrukt
spuitkanaaltjescontrolepatroon.
U "Methode voor het afdrukken van een
spuitkanaaltjescontrolepatroon" op pagina 76
Printkop reinigen
Doe dit als het spuitkanaaltjescontrolepatroon gaten
vertoont, als er strepen of krassen in de afdrukken
zitten, of als de afgedrukte kleuren afwijken van
de gebruikelijke. Met deze functie worden verstopte
spuitkanaaltjes vrijgemaakt.
Er zijn twee opties. Met Geforceerd reinigen reinigt u
de printkop handmatig en met Diagnostisch reinigen
worden verstopte spuitkanaaltjes gedetecteerd en de
wordt de printkop automatisch gereinigd.
U "Methode voor reinigen van de printkop" op
pagina 77
Printkop uitlijnen
Voer Printkop uitlijnen uit als de afdrukken korrelig
of onscherp zijn. Met Printkop uitlijnen wordt een
onjuiste uitlijning tijdens het afdrukken gecorrigeerd.
U "Printkop uitlijnen Methode" op pagina 79
Aanpassing papierinvoer
Voer deze optie uit wanneer strepen en
ongelijkmatigheden in de afdrukresultaten niet zijn
afgenomen ondanks dat de printkop is gereinigd.
75