14 REINIGING EN ONDERHOUD
14.1
Na elk gebruik
▪
Schakel de motor uit en zet de watertoevoer dicht. Laat de waterdruk af door het
spuitpistool in een veilige richting te richten en de trekker in te drukken.
▪
Koppel de hogedrukslang, spuitpistool en spuitmond los. Laat er het water uit weglopen
en gebruik een vod om de buitenkant van de slang en het spuitpistool af te drogen.
▪
Verwijder het water uit de pomp door 6 maal aan het startkoord te trekken.
▪
Bewaar het toestel in een propere en droge omgeving.
14.2
Oplossen van een verstopping (Fig. 17)
Vóór het controleren, het afregelen, het reinigen of het uitvoeren van
onderhoud, moet de motor uitgeschakeld en afgekoeld zijn. Zorg ervoor dat
de druk volledig afgelaten is
Als op gelijk welk moment de waterstraal sputtert of ongelijkmatig wordt, laat dan de trekker
los en schakel de motor uit. Duw op de trekker om eventuele druk af te laten en controleer de
spuitmond op het uiteinde van de straalpijp op verstopping. Als er een vermoeden bestaat dat
deze verstopt zit, gebruik dan de spuitmondreiniger om de verstopping te verwijderen. Het is
belangrijk dat de spuitmond regelmatig wordt gecontroleerd en wordt gereinigd met het
meegeleverde reinigingsgereedschap. Zet de motor uit en maak de watertoevoer los vóór u
een verstopping verwijdert
14.3
Routineonderhoud
14.3.1
Bougie
Na elke 100 gebruiksuren moet de bougie worden verwijderd. Controleer de kleur van de
afzettingen aan het uiteinde van de bougie; deze moeten een bronsachtige tint hebben.
Verwijder alle afzettingen met een harde borstel, een borstel met bronzen haren is ideaal.
Controleer de vonkopening en stel ze bij indien nodig. De correcte vonkopening is 0.7 tot 0.8
mm
14.3.2
Verversen van de motorolie
We raden aan om de olie na de eerste 20 werkuren te verversen en daarna om de 100 uur.
▪
Plaats de machine op een vlakke ondergrond en laat de motor gedurende enkele minuten
opwarmen.
▪
Zet dan de motor uit.
▪
Plaats een geschikt opvangvat onder de pomp om de gebruikte olie op te vangen.
▪
Verwijder de olievuldop, de olieaflaatschroef en de ring zodat de olie volledig kan
weglopen. U zult een slang of iets dergelijks moeten gebruiken om te voorkomen dat de
olie lekt op het chassis van de hogedrukreiniger.
▪
Controleer de olieaflaatschroef, de dichtingsring, de olievuldop en de O-ring. Vervang ze
indien ze beschadigd zijn.
▪
Plaats de olieaflaatschroef en de ring terug. Draai de olieaflaatschroef stevig aan.
▪
Voeg motorolie toe tot aan minstens de helft van de peilstok.
▪
Draai de olievuldop terug stevig vast
Verwijder de olie op een milieuvriendelijke manier. Wij raden u aan om de olie in een gesloten
vat naar uw lokaal servicecenter te brengen voor recyclage. Doe de olie niet bij het
huishoudelijk afval of giet ze niet op de grond
Copyright © 2018 VARO NV
POWXG9009
P a g i n a
| 12
NL
www.varo.com