Tips voor het drogen van textiel
Controleer voordat u wasgoed in de
automaat wilt gaan drogen, welk
droogsymbool in het wasetiket van
het wasgoed is afgebeeld.
De symbolen betekenen het volgende:
q
= Drogen op een normale tempera-
tuur
r
= Drogen op een lage temperatuur
(Druk daarbij op de toets
"Temperatuur laag")
s
= Niet geschikt om in de droogauto-
maat te worden gedroogd
t
= Geschikt om in de droogautomaat
te worden gedroogd
Wanneer er geen droogsymbool in het
wasetiket staat, gelden in principe de
volgende regels:
– Wit, bont en kreukherstellend was-
goed moet in de daarbij behorende
programma's met de gewenste
droogtegraad worden gedroogd (Zie
hoofdstuk: "Programma-overzicht").
– Fijne was, bijv. van acryl, moet in het
programma "KREUKHERSTELLEND"
en met de extra functie "Lage tempe-
ratuur" worden gedroogd.
Tips voor het drogen van textiel
Houd in het geval dat onderstaan-
de textielsoorten volgens het
wasetiket in de automaat mogen
worden gedroogd, rekening met
het volgende:
Wol en wolmengweefsels
Deze hebben de neiging te vervil-
ten en te krimpen.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het
speciale programma "Wol" wordt ge-
droogd.
Wasgoed gevuld met dons
De binnen- en buitenvoering (bijv.
van dekbedden) heeft, afhankelijk
van de kwaliteit en de gebruikte tex-
tielsoort (zoals katoen en satijn) de
neiging om te krimpen.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het
speciale programma "Strijken rrr"
wordt gedroogd.
Zuiver linnen
Dit kan ruw worden.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het
speciale programma "Strijken rrr"
wordt gedroogd.
11