16.0 PROBLEEMOPLOSSING
De informatie in het gedeelte Problemen oplossen is bedoeld als hulp bij de diagnose en het oplossen van mogelijke problemen. Neem voor
reparaties contact op met het dichtstbijzijnde erkende Enerpac-servicecentrum. Laat het onderhoud van de DTT en de onderdelen alleen uitvoeren
door een erkend Enerpac servicecentrum.
Probleem
1. De controller start niet.
2. Afstandsbediening werkt niet
(geen weergave in het display).
3. Afstandsbediening wordt niet draadloos
gekoppeld aan de controller.
4. De extra wisselstroomuitgang werkt niet.
5. Controller Not Found (Controller niet gevonden)
verschijnt op het display:
PAIRING PENDANT
Controller Not Found
SEARCH
L4518_c
Probleemoplossing
Mogelijke oorzaak
a. Geen netvoeding.
b. Beschadigd of defect netsnoer.
c. Stroomonderbreker van controller is
geactiveerd.
a. Batterijen van afstandsbediening zijn
niet opgeladen.
b. Geen batterijen in afstandsbediening
of batterijen zijn verkeerd geplaatst.
c. Display werkt niet.
a. Afstandsbediening is te ver weg.
b. Afstandsbediening is nog niet eerder
met behulp van de USB-kabel aan de
controller gekoppeld.
De stroomonderbreker is geactiveerd.
a. Afstandsbediening is te ver weg van
de controller.
b. Afstandsbediening is nog niet eerder
met behulp van de USB-kabel aan de
controller gekoppeld.
(vervolg op volgende pagina)
Actie
Controleer of de netsnoerstekker van de controller in
de wandcontactdoos zit.
Controleer de stroomonderbrekers of de zekeringen.
Controleer het aan/uit-lampje van de controller om te
zien of de controller is ingeschakeld.
Vervang het oude netsnoer door een nieuw snoer met
dezelfde specificaties.
Reset de hoofdstroomonderbreker zoals beschreven
in paragraaf 13.1. Bepaal de oorzaak van het probleem
als de stroomonderbreker opnieuw wordt geactiveerd.
Laad de batterijen volledig op.
Controleer of beide batterijen op de juiste manier
zijn geïnstalleerd. Let daarbij op de aanduidingen +
(pluspool) en – (minpool).
Neem contact op met een erkend Enerpac
servicecentrum.
Gebruik de afstandsbediening dichter bij de controller.
Sluit de afstandsbediening met de USB-kabel aan op
de controller en koppel de afstandsbediening aan de
controller. De afstandsbediening moet eerst een keer
via de USB-kabel zijn gekoppeld, voordat de koppeling
draadloos tot stand kan worden gebracht.
Zie paragraaf 7.5 voor meer informatie.
Controleer het aan/uit-lampje naast de
wisselstroomuitgang.
Reset de stroomonderbreker indien deze geactiveerd
is.
Gebruik de afstandsbediening dichter bij de controller.
Sluit de afstandsbediening met de USB-kabel aan op
de controller en koppel de afstandsbediening aan de
controller. De afstandsbediening moet eerst een keer
via de USB-kabel zijn gekoppeld, voordat de koppeling
draadloos tot stand kan worden gebracht.
Zie paragraaf 7.5 voor meer informatie.
23