14 Reiniging
14.1 De printer reinigen
Belangrijk:
– Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, schoonmaakalcohol of an-
dere chemische oplossingen. Ze beschadigen de behuizing en kunnen een
storing aan het product veroorzaken.
– Dompel het product niet in water.
1. Koppel de printer los van de voeding.
2. Laat de printer afkoelen tot kamertemperatuur.
3. Reinig de printer met een droog, pluisvrij doekje.
14.2 De magnetische mat reinigen
Schraap met een bot mes voorzichtig filamentrestjes van de magnetische mat.
14.3 Het mondstuk reinigen
1. Laat het mondstuk afkoelen tot kamtertemperatuur.
2. Veeg het mondstuk na elke print voorzichtig schoon met een zacht doekje.
Filamentrestjes verwijderen
1
1. Laat de extruder enkele minuten opwarmen en stop de verwarming vervolgens.
2. Draag hittebestendige handschoenen.
3. Voeg een paar druppels watervrije alcohol toe aan een zachte doek en verwijder
het resterende filament uit het mondstuk.
22
14.4 De binnenkant van het mondstuk reinigen
Reinig de binnenkant van het mondstuk als residu de filamentstroom belemmert.
VOORZICHTIG
Heet mondstuk en gesmolten filament
Het hete mondstuk of gesmolten filament aanraken, kan brandwon-
den veroorzaken
Draag hittebestendige handschoenen alvorens aan te raken.
1. Draag hittebestendige handschoenen.
2. Verhit de extruder.
3. Verwijder het filament. Volg de instructies in
4. Steek de kleine naald een aantal keer in het mondstuk om residu te verwijderen.
5. Laad het filament weer. Volg de instructies in
[ ►13.1 Filamenten wisselen ].
[ ►13.1 Filamenten wisselen ].