10 Stroomvoorziening
10.1 Op de stroom aansluiten
1. Sluit de voedingskabel aan op de voedingsingang van de printer.
2. Sluit de voedingskabel aan op een geschikt stopcontact.
10.2 Aan- en uitschakelen
1. Stel de aan-/uitschakelaar in op de stand I om in te schakelen.
De stroomindicator van de schakelaar zal oplichten.
Æ
2. Stel de aan-/uitschakelaar in op de stand 0 om uit te schakelen.
Opmerking:
Schakel de printer na gebruik uit, zodat deze niet onbedoeld kan starten.
11 Vóór het printen
Voordat u kunt beginnen met printen, moet u
het printbed kalibreren
het filament laden
11.1 Het printbed kalibreren
Kalibreer het printbed voordat u de printer voor het eerst gebruikt, nadat u de printer
hebt vervoerd en wanneer u slechte printkresultaten krijgt waarvan u vermoedt dat
deze te maken hebben met het niet goed waterpas staan van het printbed.
Er kunnen drie kalibratieprocessen worden toegepast op de print bed.
Geautomatiseerde kalibratie van het printbed – "Auto-levelling" (Auto-
1
matisch kalibreren)
Gebruik "Auto-levelling" (Automatisch kalibreren) om het printbed automatisch water-
pas te stellen. "Auto-levelling" (Automatisch kalibreren) zal proberen het printbed met
hoge nauwkeurigheid waterpas te stellen en wordt voornamelijk gebruik voor verfijnde
afstellingen van het printbed.
2
Z-offset kalibreren
3
Door de Z-offset te kalibreren, stelt u de afstand tussen het mondstuk en het printbed in.
Kalibratie van de Z-offset wordt gevolgd door "Auto-levelling" (Automatisch kalibreren).
4
Printbed handmatig waterpas stellen
5
U kunt het printbed handmatig waterpas stellen om deze voor te bereiden voor "Auto-le-
velling" (Automatisch kalibreren). De handmatige kalibratie moet altijd worden gevolgd
door kalibratie van de Z-offset en "Auto-levelling" (Automatisch kalibreren).
13