12 Installatie van de unit
a
A
≥1500
≥2000
A
Minimumafstand tot de muur
≥1500 mm: Luchtuitlaat open
≥200 mm: Luchtuitlaat gesloten
B
Minimum- en maximumafstand tot de vloer (zie
hieronder)
C
≥295 mm: In het geval van installatie met BYFQ60B
≥308 mm: In het geval van installatie met BYFQ60C
a
Binnenunit
b
Verlichting (op de afbeelding ziet u plafondverlichting,
maar verzonken verlichting is ook toegestaan)
c
Luchtventilator
d
Statisch volume (bijvoorbeeld: tafel)
▪ B: Minimum- en maximumafstand tot de vloer:
▪ Minimum: 2,5 m om onopzettelijk aanraken te voorkomen.
▪ Maximum: Afhankelijk van de luchtuitblaasrichtingen en de
capaciteitsklasse. Controleer ook of de lokale instelling
"Plafondhoogte"
juist
is
instelling" [ 4 21].
▪ Voorzie service-openingen in de zijkant van de besturingskast om
het onderhoud te vergemakkelijken.
(300)
a
Inspectieopening
INFORMATIE
Voor sommige opties kan extra serviceruimte vereist zijn.
Raadpleeg de montagehandleiding van de gebruikte optie
vóór de installatie.
12.2
De binnenunit monteren
12.2.1
Richtlijnen bij de installatie van de
binnenunit
INFORMATIE
Optionele apparatuur. Lees ook de installatiehandleiding
van de optionele apparatuur bij de installatie hiervan.
Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse, kan het
gemakkelijker zijn om eerst de optionele apparatuur te
installeren.
▪ Sierpaneel. Installeer het sierpaneel altijd nadat u de unit hebt
geïnstalleerd.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
16
b
c
a
d
≥4000
(mm)
ingesteld.
Zie
"16.1 Lokale
450
a
(mm)
OPMERKING
Na de installatie van het sierpaneel:
▪ Controleer dat de unit en het sierpaneel goed
aansluiten. Mogelijk gevolg: Anders kan er lucht
lekken en dauwvorming veroorzaken.
▪ Zorg ervoor dat er geen olie achterblijft op de plastic
onderdelen van het sierpaneel. Mogelijk gevolg:
Aantasten en beschadigen van plastic onderdelen.
▪ Sterkte van het plafond. Controleer of het plafond sterk genoeg
is om het gewicht van de unit te dragen. Als er enig risico bestaat,
verstevig dan eerst het plafond en installeer dan pas de unit.
▪ Gebruik bij een bestaand plafond ankers.
▪ Gebruik bij een nieuw plafond verzonken inzetstukken,
verzonken ankers of andere lokaal voorziene onderdelen.
A
50~100 mm
a
Plafondtegel
b
Anker
c
Lange moer of spanschroef
d
Ophangbout
e
Vals plafond
▪ Ophangbouten. Gebruik M8~M10 ophangbouten voor de
montage. Bevestig de ophangbeugel aan de ophangbout.
Bevestig de bout goed met een moer en vulring aan de boven- en
onderzijde van de ophangbeugel.
533
(mm)
a1
Moer (lokaal te voorzien)
a2
Dubbele moer (niet meegeleverd)
b
Vulring (accessoires)
c
Ophangbeugel (bevestigd aan de unit)
▪ Schemablad voor montage (bovenste deel van verpakking).
Gebruik het schemablad om de juiste horizontale positie te
bepalen. U vindt hierop de nodige afmetingen en middelpunten. U
kunt het schemablad op de unit bevestigen.
a
b
c
a
Midden van de unit
b
Midden van de plafondopening
c
Schemablad voor montage (bovenste deel van
verpakking)
d
Schroeven (accessoires)
a
b
c
d
e
4×
a1
b
c
b
a2
d
FXZA15~50A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599603-1D – 2022.02