Het menu voor de audio/video-instellingen
13
• Detail – Hiermee stelt u de scherpte van de randen
in.
• White AGC – Schakel deze optie in voor
automatische afstelling van het witniveau.
• White Level – Hiermee stelt u de intensiteit van wit
in.
• Black Level – Hiermee stelt u de intensiteit van zwart
in.
• Black Setup – Hiermee corrigeert u het standaard
zwartreferentieniveau (alleen voor NTSC video-
invoer).
• Gamma Correction – Hiermee stelt u de helderheid
van donkere beelden in.
• Hue – Hiermee stelt u de totale balans tussen rood
en groen in.
• Chroma Level – Hiermee stelt u de volheid van de
kleuren in.
Gebruik de / toetsen om de geselecteerde
4
beeldkwaliteitinstelling te wijzigen.
5
Wanneer alle instellingen naar wens zijn
gemaakt, drukt u op HOME MENU om het scherm te
sluiten.
U kunt de preset nu gebruiken voor elke willekeurige
ingang en voor de ingebouwde TV-tuner.
Tip
• Om meer van het beeld te zien wanneer u de diverse
instellingen maakt, drukt u op ENTER nadat u de
instelling hebt gekozen.
Instellen van de beeldkwaliteit voor
disc-weergave
Deze instellingen bepalen hoe het beeld eruit ziet
wanneer discs worden afgespeeld.
Kiezen van een preset
1
Terwijl de disc afgespeeld wordt (of in de
pauzestand staat), drukt u op HOME MENU en
selecteert dan 'Video/Audio Adjust'.
2
Selecteer 'Video Adjust'.
Gebruik de / toetsen om de instelling te
3
veranderen.
Opmerking
1.Wanneer White AGC is ingesteld op On, kan het onderdeel White Level niet worden ingesteld.
98
Du
1
TV(CRT)
Detailed Settings
Er zijn zes presets beschikbaar:
• TV(CRT) – geschikt voor standaard
kathodestraalbuis-TV's
• PDP – geschikt voor plasmaschermen
• Professional – geschikt voor professionele
videomonitoren
• Memory1 – gebruikerpreset 1
• Memory2 – gebruikerpreset 2
• Memory3 – gebruikerpreset 3
U kunt op DISPLAY drukken om de afzonderlijke
instellingen voor de huidige preset (TV(CRT), PDP of
Professional) te zien.
4
Druk op ENTER om de preset te selecteren.
Een preset met uw eigen instellingen maken
U kunt drie groepen instellingen die u zelf hebt gemaakt
in de gebruikerpresets voor disc-weergave vastleggen.
1
Volg de aanwijzingen in Kiezen van een preset
hiervoor en selecteer een van de gebruikerpresets
(Memory 1, 2 of 3).
2
Verplaats de cursor omlaag en selecteer 'Detailed
Settings'.
Memory1
Detailed Settings
3
Selecteer de beeldkwaliteitinstelling die u wilt
afstellen.
Memory1
Prog. Motion
PureCinma
YNR
BNR
Detail
White Level
Black Level
U kunt de volgende instellingen maken:
• Prog. Motion – Hiermee stelt u de beeldkwaliteit van
de bewegende en de stilstaande beelden in wanneer
de video-uitvoer is ingesteld op progressive.
• PureCinema – Dit onderdeel optimaliseert het beeld
voor filmmateriaal wanneer de video-uitvoer is
ingesteld op progressive. Gewoonlijk dient u de Auto
1 instelling te kiezen; probeer de Auto 2, On of Off
instelling als het beeld onnatuurlijk is.
• YNR – Hiermee stelt u de hoeveelheid
ruisonderdrukking (NR) in die op de Y (helderheid)
component wordt toegepast.
Motion
Still
Auto1
Off
Max
Off
Max
Max
Off
Min
Max
Min
Max