Beschrijving van de automatische functies
De kookplaat heeft enkele automatische functies voor de verschillende kookzones. Naast de selectietoets van elke zone zijn de pictogrammen
van alle beschikbare functies afgebeeld. Elke keer als er een automatische functie geselecteerd wordt, gaat er naast het pictogram een
lampje branden en op het display van de geselecteerde zone verschijnt de letter "A".
Functie Sensor
De functie SENSOR kiest automatisch het ideale vermogensniveau om het water aan de kook te brengen en geeft aan wanneer het kookpunt bereikt is.
Zet een pan met water op de kookzone, schakel de kookplaat in en selecteer de gekozen kookzone. Druk op de toets
het lampjegaat branden. Tijdens de verwarmingsfase verschijnt er een animatie in de ruimte naast de zone.
Voor een juiste werking van de functie SENSOR adviseren wij u:
i
•
gebruik alleen water (op kamertemperatuur);
•
voeg geen zout, ingrediënten of kruiden toe tot het water kookt;
•
verander het vermogen van de kookzone niet, haal de pan niet weg en
verplaats deze niet;
•
geen snelkookpan te gebruiken;
•
vul de pan voor minimaal 1/3 van de inhoud (minstens 1 liter) en nooit tot
aan de rand (zie tabel hiernaast).
Voor de beste prestaties raden wij bovendien het volgende aan:
•
geen deksel te gebruiken op de pan die gebruik maakt van de functie SENSOR;
•
de functie SENSOR niet in te schakelen als de zone reeds heet is (de letter
"H" is zichtbaar op het display).
Als het kookpunt eenmaal bereikt is, klinkt er een geluidssignaal. Dit signaal wordt driemaal herhaald met regelmatige pauzes. Na het tweede signaal wordt
automatisch een kookwekker ingeschakeld, die de kooktijd bijhoudt. Na het derde signaal selecteert de kookplaat automatisch een lager vermogen om het
kookpunt te behouden. Vanaf dit moment kunt u naar wens ingrediënten toevoegen, een timer instellen of het vermogen veranderen. Door het vermogen te
veranderen of door de kookplaat in "pauze" te zetten wordt de functie SENSOR beëindigd.
De functie wordt uitgeschakeld als de kookplaat op "pauze" wordt gezet.
•
De kookplaat stuurt het gebruik van de functie SENSOR en de boosterniveaus autonoom aan, daarom is het mogelijk dat in sommige gevallen
i
de booster niet ingeschakeld kan worden als de functie SENSOR al is ingeschakeld.
•
De kwaliteit van de gebruikte pan kan van invloed zijn op de prestaties van de functie SENSOR.
Functie Simmering
Nadat u het voedsel aan de kook heeft gebracht, kunt u door de functie Simmering te selecteren automatisch een vermogensniveau instellen waarmee het
voedsel net aan de kook wordt gehouden. Om de functie
Functie Melting
Met de functie Melting blijft de kookzone op een lage en gelijkmatige temperatuur werken. Nadat er een pan/accessoire op de gewenste kookzone is geplaatst,
de kookplaat inschakelen en de gewenste kookzone selecteren. Druk op de toets
uit te schakelen hoeft u alleen maar op OFF op het touchscreen te drukken.
Flexible Zone
Met deze functie kunt u twee kookzones aan elkaar koppelen, en deze gebruiken alsof het één kookzone is. Dit is ideaal voor het gebruik van ovale, rechthoekige
en lange pannen (met een bodem van maximaal 40x18 cm). Druk nadat u de kookplaat heeft ingeschakeld op de toets
kookzones verschijnt niveau "5"; beide lichtpuntjes naast het vermogensniveau branden, om aan te geven dat de zones nu samen één geselecteerde zone
vormen. Om het vermogensniveau te wijzigen beweegt u uw vinger over het touchscreen: het getal binnen het rondje varieert, afhankelijk van de positie van uw
vinger, tussen de minimale waarde van 1 en de maximale waarde van 9. Om de functie Flexibele zone uit te schakelen drukt u op de toets : de zones werken
nu weer afzonderlijk van elkaar. Druk op OFF om de kookzone uit te schakelen.
Als de functie flexibele zone ingeschakeld is, kan het vermogensniveau booster of de functie SENSOR niet gebruikt worden bij dezelfde zones. Als de timer is
ingesteld, wordt deze weergegeven naast het display van de bovenste kookzone.
REINIGING
•
WAARSCHUWING
•
BELANGRIJK: gebruik geen schuursponsjes of metalen sponsjes. Daardoor kan het glas, in de loop van de tijd, beschadigd raken.
•
Na elk gebruik de kookplaat af laten koelen en schoonmaken om aangekoekt vuil en vlekken van gemorst voedsel te te verwijderen.
•
Suiker of suikerhoudende levensmiddelen beschadigen het glaskeramische oppervlak en moeten onmiddellijk worden verwijderd.
•
Zout, suiker en zand kunnen krassen maken in het glazen oppervlak.
•
Gebruik een zachte doek, absorberend keukenpapier of specifieke producten voor het reinigen van de kookplaat (houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant).
uit te schakelen drukt u eenvoudig op OFF op het touchscreen.
Gebruik nooit een stoomreiniger.
Controleer voordat u gaat schoonmaken of de kookzones uitgeschakeld zijn en dat de restwarmteindicator ("H")
niet wordt weergegeven.
Diameter van de
kookzone
18 cm
: op het display verschijnt "A" en het lampje gaat branden. Om de functie
NL 36
: op het display verschijnt "A" en
Diameter panbodem
Maximale
voor gebruik van de
hoeveelheid water
in de pan
functie SENSOR
17-19 cm
: op de displays bij de twee
5 liter