SELECTEREN VAN DE
INSTALLATIELOCATIE
• Alvorens de plaats van installatie te selecteren, dient u de goedkeuring van de gebruiker te krijgen.
Binnenunit
Voorzichtig
• Wanneer de unit tijdens of na het uitpakken wordt verplaatst, zorg er dan voor deze op te heffen door zijn hefogen vast te houden.
Oefen geen druk uit op andere onderdelen, met name niet op het koelmiddelleidingwerk, afvoerleidingwerk en flensonderdelen.
Draag een beschermende uitrusting (handschoenen, enz.) bij het installeren van de unit.
• Als u van mening bent dat de vochtigheid binnen de muur mogelijk hoger is dan 30°C en RH 80%, verstevig dan de isolatie op
de unitbehuizing.
Gebruik glaswol of polyethyleen schuim als isolatie, zodat de dikte meer is dan 10 mm en binnen de muuropening past.
• Optimale luchtverdeling is gewaarborgd.
• De luchtdoorlaat wordt niet belemmerd.
• Condensaat kan naar behoren worden afgevoerd.
• De muur/vloer is stevig genoeg om het gewicht van de binnenunit te dragen.
• Voldoende ruimte voor onderhoud en service wordt gewaarborgd.
• Leidingwerk tussen de binnen- en buitenunits blijft binnen de voorgeschreven limieten.
(Zie de installatiehandleiding van de buitenunit.)
• De binnenunit, buitenunit, voedingskabels en de besturingsbedrading bevinden zich op ten minste 1 meter afstand
van televisietoestellen en radio's. Dit voorkomt beeldstoring en bijgeluiden in elektrische apparaten. (Ruis kan worden
gegenereerd afhankelijk van de omstandigheden waaronder de elektrische golf wordt gegenereerd, zelfs als de
goedgekeurde afstand van één meter wordt aangehouden.)
• De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving waar ontploffingsgevaar is.
Gebruik ophangbouten voor het installeren van de unit. Controleer of de muur/vloer stevig genoeg is om het gewicht van de unit te
dragen. Als er een risico bestaat dat deze niet stevig genoeg is, verstevig dan de muur/vloer voordat de unit wordt geïnstalleerd.
• Om contact met de ventilator te vermijden dient de volgende voorzorgsmaatregel in acht te worden genomen:
- Monteer de unit met leidingen en rooster die enkel met behulp van gereedschappen verwijderd kunnen worden.
De unit dient zo gemonteerd te worden dat zij voldoende afschermt tegen het aanraken van de ventilator. Indien een
onderhoudspaneel in de leiding aanwezig is, dient ervoor gezorgd te worden dat dit paneel enkel met behulp van
gereedschappen verwijderd kan worden om geen contact te hebben met de ventilator. De beveiliging dient te voldoen
aan de geldende Europese en plaatselijke wetgeving. Er zijn geen beperkingen betreffende de montagehoogte.
Selecteer de bevestigingslocatie van de signaalontvanger
in overeenstemming met de volgende omstandigheden:
• Installeer de signaalontvanger die een ingebouwde temperatuursensor
bevat, naast het inlaatkanaal waar er luchtconvectie bestaat en een
nauwkeurige detectie van de temperatuur van de kamer mogelijk is. Als het
inlaatkanaal zich in een andere ruimte bevindt, of als de unit om een andere
reden niet naast het inlaatkanaal kan worden geïnstalleerd, installeer deze
dan 1,5 m boven de vloer op een muur waar convectie is.
• Voor een nauwkeurige detectie van de temperatuur van de kamer, installeer dan
de signaalontvanger op een locatie waar deze niet direct wordt blootgesteld aan
koude of warme lucht uit het luchtafvoerrooster of aan direct zonlicht.
• Aangezien de ontvanger een ingebouwde lichtreceptor heeft voor het ontvangen
van signalen van de draadloze afstandsbediening, bevestig deze dan niet op
een locatie waar het signaal mogelijk wordt geblokkeerd door een gordijn, enz.
Voorzichtig
Als de signaalontvanger niet wordt geïnstalleerd op een locatie waar luchtconvectie is, is deze mogelijk niet in staat om de
temperatuur van de ruimte nauwkeurig te detecteren.
Afstandsbediening
• Zie voor installatie van de afstandsbediening de gebruiksaanwijzing die met de afstandsbediening is meegeleverd.
Buitenunit
• Zie voor installatie van de buitenunit de installatiehandleiding die bij de buitenunit is meegeleverd.
4
Luchtuitlaatrooster:
Houten of kunststof rooster wordt
aanbevolen, omdat condensatie kan
optreden afhankelijk van het vochtgehalte.
Nederlands