1
Knop POWER
2
Knop INPUT MODE
3
Knop SLEEP
4
Cijfertoetsen
KNOPPEN SPK LEVEL/ SPK
5
SELECT/ TEST TONE
6
Knop MO/ST
7
Knop TUNER MEMORY
8
Knoppen VOLUME CONTROL
9
Knop S.DIRECT
10
Knop SETUP/MENU
Knoppen Omhoog/Omlaag/
11
Links/Rechts
12
Knop INFO
13
Knoppen modus SURROUND Hiermee kunt een surround-geluidsmodus selecteren.
14
Knop STEREO
15
Knop DIMMER
16
Knop FUNCTION
17
Knoppen SELECT DEVICE
18
Knoppen RDS Selection
19
Knop PAUSE
20
Knop TUNING MODE
Knoppen EXTERNAL DEVICE
21
PLAYBACK
Knop MUTE
22
Knoppen TUNING/CHANNEL
23
Knop RETURN
24
Knop ENTER
25
Knop EXIT
26
Knop ASC
27
Knoppen voor het selecteren
28
van functies
Hiermee schakelt u de ontvanger in en uit.
Hiermee kunt u schakelen om een invoermodus te kiezen voor de geselecteerde bron.
Wordt gebruikt om de sluimerfunctie in te stellen.
Worden gebruikt om een televisiekanaal te kiezen.
Deze worden gebruikt om het niveau van de gewenste luidspreker te selecteren. Deze worden
ook gebruikt om de testtoonfunctie te selecteren.
Hiermee selecteert u MONO of STEREO voor radio-uitzending.
Deze wordt gebruikt om een voorgeprogrammeerde radiofrequentie in te stellen.
Hiermee kunt u het volume van het geselecteerde apparaat aanpassen.
Wordt gebruikt om 2 CH PCM-audio uit te voeren zonder signaalverwerking voor een betere
geluidskwaliteit.
Dit is nuttig voor een optimaal geluid van een aangesloten CD-speler.
Deze geeft het instellingenmenu weer waarin u een menu-item kunt selecteren (INPUT,
SPEAKER, SURROUND, OPTION).
Deze worden gebruikt om in de menu's te navigeren.
Hiermee wordt informatie weergegeven over het aangesloten apparaat dat momenteel wordt
gebruikt.
Hiermee wordt het geluid van de geselecteerde bron in 2 CH-stereo uitgevoerd.
Hiermee kunt u de helderheid van het display aanpassen.
Hiermee kunt u schakelen om een invoerbron te zoeken en te selecteren.
Hiermee selecteert u uit de 4 bronnen de bron die u met de afstandsbediening wilt bedienen.
Deze worden gebruikt om een RDS-functie te kiezen.
Hiermee wordt het afspelen op een aangesloten apparaat gepauzeerd.
Deze wordt gebruikt om de automatische modus of de handmatige modus voor FM-radio te
selecteren.
Deze worden gebruikt voor de bediening van afspeelfuncties op externe apparaten.
Hiermee wordt het geluid van een aangesloten apparaat gedempt.
Deze worden gebruikt om de radiofrequentie of het televisiekanaal te wijzigen.
Deze wordt gebruikt om vanuit het instellingenmenu naar het vorige menu te gaan.
Deze wordt gebruikt om een item in het instellingenmenu te selecteren.
Hiermee verlaat u het instellingenmenu.
Wordt gebruikt om de ASC-functie in te stellen.
Deze worden gebruikt om een invoerbron te selecteren.
11