6
Reiniging
Oppervlakken aan de buitenkant en scanvensters die worden blootgesteld aan morsongelukken, vlekken of
vuilophopingen, moeten periodiek gereinigd worden om de beste scanprestaties te garanderen. Gebruik de
volgende aanbevelingen om het potentiële risico op ergonomisch letsel te voorkomen of te beperken.
VOORZICHTIG:
stopcontact.
BELANGRIJK:
Veelgebruikte reinigingsoplossingen
De volgende reinigings- en ontsmettingsmiddelen zijn getest voor gebruik op behuizingen.
Tabel 6-1
Veelgebruikte reinigingsoplossingen
Ontsmettingsmiddel
CaviWipes
Bleekmiddel
Hepacide Quat II
Sani-Cloth
Virex II 256
BELANGRIJK:
gebruik op behuizingen.
Spuit geen reinigingsmiddelen rechtstreek op het apparaat of giet ze er niet in.
Gebruik geen geconcentreerde oplossingen.
Gebruik geen spuitbussen, oplosmiddelen of schuurmiddelen.
Gebruik geen papieren handdoeken of onzachte doeken om ramen schoon te maken.
De behuizing en raamoppervlakken reinigen
1.
Bevochtig een zachte doek met een aanbevolen reinigingsoplossing. Breng de oplossing eerst op de
doek aan. Wring overtollige vloeistof uit de doek.
2.
Gebruik het doek om het oppervlak van het apparaat schoon te vegen. Gebruik licht bevochtigde
wattenstaafjes om hoeken en spleten te bereiken.
3.
Gebruik een andere schone droge doek om alle resten van het reinigingsmiddel te verwijderen en zorg
ervoor dat het apparaat droog is.
22
Hoofdstuk 6 Reiniging
Voorafgaand aan het reinigen schakelt u het apparaat uit en haalt u de stekker uit het
Gebruik geen schuursponsjes of reinigingsmiddelen.
Ontsmettingsmiddelen kunnen metalen aantasten. Ze worden alleen aanbevolen voor
Reiniger
Formula 409 glas- en oppervlaktereiniger
Isopropylalcohol
Afwasmiddel en water
Windex Original (blauw)