Het type interface selecteren
Nadat u de barcodescanner op de host hebt aangesloten, scant u de barcode die geschikt is voor het
interfacetype van uw systeem.
De barcodescanner ondersteunt de volgende hostinterfaces:
RS-232 STD
●
RS-232 WN
●
IBM46XX-poort 9b (specifieke kabel vereist)
●
USB HID POS
●
USB Toshiba TEC
●
USB (toetsenbord, COM, OEM)
●
USB Composite (toetsenbord + COM)
●
USB voor Magellan-scanners
●
Verbinden via toetsenbord
●
De interface configureren
Scan de juiste programmeercode in de onderstaande lijst om het interfacetype voor uw systeem te
selecteren.
OPMERKING:
voor interfaces dat u slechts één label voor een programmeerbarcode kunt scannen. Scan GEEN Enter- of
Exit-barcodes voordat u een barcode voor het selecteren van een interface hebt gescand.
Voor sommige interfaces moet de scanner in de uitgeschakelde status worden gestart bij het inschakelen. Als
u in deze status extra scannerinstellingen moet maken, moet u de trekker 5 seconden ingetrokken houden.
De scanner gaat over naar een status waarin programmeren met barcodes mogelijk is.
RS-232
RS-232-interface
RS232-STD selecteren
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
RS-232 Wincor-Nixdorf
RS232-WN selecteren
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
6
Hoofdstuk 2 De scanner instellen en gebruiken
In tegenstelling tot een aantal andere programmeermogelijkheden en opties, vereist de keuze