ONDERHOUD VAN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
- De goede werking van alle thermostaten en veiligheidsvoorzie-
ningen controleren:
- De veiligheidsventielen van de verwarmingskring en de sanitaire
kring controleren.
ONDERHOUD VAN DE BRANDER
Fuelbrander
- Hoofdfilter van de fuelleiding controleren en eventueel reinigen.
- Sproeierleiding controleren: controleren, reinigen of vervangen
van de sproeier en zijn filter; netheid en regeling van de elektroden
en de vlamhouder controleren.
- Alles opnieuw monteren en de goede werking van de veiligheid-
sorganen controleren.
- Verbrandingsparameters instellen.
- Verbranding controleren
(CO
, CO en branderdruk)
2
samen met eventuele opmerkingen noteren op de onderhoudsfiche
op pagina 25.
Gasbrander
- Controleren of de isolatie en de dichtingsring van de vuurhaarddeur
nog in goede staat zijn – zo nodig vervangen.
- Brander en elektroden controleren en reinigen. Elektroden zo
nodig vervangen
(bij normaal gebruik éénmaal per jaar)
- Werking van de veiligheidsorganen controleren.
- Verbranding controleren
(CO
, CO en branderdruk)
2
samen met eventuele opmerkingen noteren op de onderhoudsfiche
op pagina 25.
LEEGLOOP VAN DE KETEL
Het water dat uit de leegloopkraan stroomt,
is erg heet en kan ernstige brandwonden
veroorzaken. Hou iedereen dus uit de buurt
van de warmwaterstroom.
Ledigen van de verwarmingskring
1. Hoofdschakelaar op het bedieningsbord op OFFzetten, externe
stroomtoevoer onderbreken en gas- of fueltoevoerkraan sluiten.
2. Sluit de afsluitkranen (4) of zet de vierwegskraan (1) met de
hand op "0".
3. Sluit een soepele slang aan op de leegloopkraan (7).
Controleer of de slang goed vast zit.
4. Open de leegloopkraan en laat het warme water weglopen in de
riolering.
I I
O O
7
en de resultaten
en de resultaten-
8
5
4
1
9
6
3
2
4
Ledigen van de sanitaire kring
1. Hoofdschakelaar op het bedieningsbord op OFF zetten, externe
stroomtoevoer onderbreken en gas- of fueltoevoerkraan sluiten.
2. Druk van de verwarmingskring aflaten tot de manometer op nul
staat.
3. Kranen dichtdraaien (1 en 8).
4. Kranen openen (9 en 10) (eerst 9, dan 10).
5. Afgetapte water naar de afvoer leiden.
3
1
2
4
5
9
Voor een efficiënte lediging moet de kraan (9) zich op
het niveau van de vloer bevinden.
WISSELSTUKKEN
Vraag het speciale document bij ACV of aan uw verdeler.
ONDERHOUD
6
2
8
7
10
11
I I
O O
21