Tzerra M 24c Plus Tzerra M 28c Plus Tzerra M 39c Plus
5.3
Vullen van de installatie
2
3
5
6
8
10
09072014 - 7618574-03
Bijvullen zonder bijvulinrichting:
1. Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op de
manometer staat aangegeven.
2. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren.
3. Stel de ruimtethermostaat af op een zo laag mogelijke
4
temperatuur.
4. Wacht totdat de temperatuur onder 40°C gekomen is en de
radiatoren koud aanvoelen, alvorens de centrale verwarming te
vullen.
5. Gebruik voor bijvullen een vulslang met twee kraankoppelingen,
een doek en een ontluchtingssleutel.
6. Sluit de vulslang aan op een (koud) waterkraan.
7. Verwijder lucht uit de vulslang. Vul de slang langzaam met
water. Houd het uiteinde van de slang omhoog, boven een
emmer. Sluit de kraan zodra er water uit de slang loopt.
8. Draai de afsluitdop van de vul- / aftapkraan.
7
9. Bevestig de vulslang aan de vul- / aftapkraan. Draai de vulslang
goed vast.
10.Draai de vul- / aftapkraan van de CV-installatie open.
11.Draai de waterkraan open.
9
12.Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op de
manometer staat aangegeven.
13.Sluit waterkraan als de waterdruk 2 bar is.
14.Sluit de vul- / aftapkraan van de CV-installatie. Laat de slang aan
de vul- / aftapkraan tot de installatie is ontlucht.
14
AD-3000483-A
15.Nadat de installatie gevuld is, neemt u de ketel weer in bedrijf.
Als de waterdruk lager is dan 0,8 bar, moet water worden
bijgevuld. Indien nodig: vul de CV-installatie bij
(geadviseerde waterdruk tussen 1,5 en 2,0 bar).
De vul- / aftapkraan hoeft zich niet bij de ketel te bevinden.
Door bijvullen met water komt er lucht in de CV-installatie:
Ontlucht de installatie.
4
Na ontluchten kan de waterdruk weer onder het
4
vereiste niveau komen.
Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op
4
de manometer staat aangegeven.
Als de waterdruk lager is dan 0,8 bar, moet water
4
worden bijgevuld.
5. Controle en onderhoud
16