3.3
Faxfunctie
Gegevens verzenden
1
Maak gegevens die moeten worden verzonden met de toepassingssoftware.
2
Selecteer in het menu [Bestand] de optie [Afdrukken].
3
Selecteer het faxstuurprogramma van deze machine en klik op [Afdrukken].
% Door op [Voorkeuren] te drukken kan de instelling van het printerstuurprogramma worden gewijzigd
waar nodig.
% Als gebruikersauthenticatie op deze machine is ingeschakeld, geeft u de nodige gegevens op, zoals
de gebruikersnaam en het wachtwoord.
4
Voer de [Naam] en [Faxnummer] van de bestemming in.
% Herhaal deze stap om gegevens naar meer dan één bestemming te verzenden.
% Klik in [Toevoegen vanaf adresboek] om de geregistreerde bestemmingen van deze machine op te
halen.
5
Klik op [OK].
bizhub C554/C454/C364/C284/C224
3
3-43