Wanneer de handset van het
basisstation is genomen, geven de
balkjes het batterijniveau aan (vol,
halverwege en bijna leeg).
Wanneer de handset zich op
het basisstation/de lader bevindt,
blijven de balkjes knipperen tot
het opladen is voltooid.
Het pictogram van een lege
batterij knippert. De batterij
is bijna leeg en moet worden
opgeladen.
Als de batterijen leeg zijn, wordt de handset
uitgeschakeld. Tijdens een telefoongesprek
hoort u waarschuwingstonen wanneer de
batterijen bijna leeg zijn. Na de waarschuwing
wordt de verbinding verbroken.
Wat is de stand-bymodus?
De telefoon staat in de stand-bymodus
wanneer deze niet in gebruik is. De naam
van de handset, de datum en tijd en het
handsetnummer worden in het stand-byscherm
getoond.
Pictogrammen weergeven
In stand-bymodus geven de pictogrammen die
op het hoofdscherm worden weergegeven aan
welke functies op de handset beschikbaar zijn.
Pictogram
Beschrijving
Wanneer de handset van het
basisstation/de lader is genomen,
geven de balkjes het batterijniveau
aan (vol tot bijna leeg).
Wanneer de handset zich op
het basisstation/de lader bevindt,
blijven de balkjes bewegen tot het
opladen is voltooid.
NL
10