Inhoudsopgave
Advertenties
Als er nu een niet volledig opgeladen accu aangesloten wordt, zal het RS-flip-flop (N 1, N 2)
terugzetten en op uitgang (pin 10) van N 3 verschijnt een high-niveau. De transistor T 1 sluit
het stroomcircuit van de relaisspoel en via het relaiscontact wordt de oplader met de accu
verbonden. Een "volle" accu (accuspanning > bovenste schakeldrempel) voldoet uiteraard
niet aan die eisen! De volle accu kan niet overladen worden, omdat de vensterdiscriminator
het terugzetten van de flip-flop niet toelaat.
De C-MOS IC 4011 bestaat uit vier identieke NAND-poorten met telkens twee ingangen
(N 1 .... N 4). De poorten N 1 en N 2 zijn als RS-flip-flop geschakeld (RS staat voor set
(zetten) en reset (terugzetten)). De gehele schakelvariatie noemen we ook een zet- en
terugzetbare kanteltrap. Bij de poorten N 3 en N 4 zijn de ingangen parallel geschakeld,
zodat ze als geïnverteerde buffertrappen (driver) werken.
De laadcyclus wordt zo lang aangehouden, totdat de accuspanning de bovenste
schakeldrempel bereikt. Op dit moment levert de TL 072 een low-impuls aan pin 7, welke de
flip-flop terugzet. De uitgang van poort N 3 (pin 10) heeft daardoor een low-niveau en de
transistor T 1 spert. Het stroomcircuit van de rode oplaad-LED en de relaisspoel zijn
zodoende onderbroken. Het werkcontact van het relais gaat dan in rustpositie, waardoor de
verbinding oplader-accu niet meer bestaat.
De resetimpuls activeert echter niet alleen deze functie, maar ook een high-niveau aan pin
11 van poort N 4. De groene LED (accu vol). Deze toestand blijft zo lang behouden, totdat de
accuspanning daalt op 12,5 Volt (instelbare onderste schakeldrempel). Als de
vensterdiscriminator deze spanning herkent, activeert hij opnieuw een set-impuls en de
laadcyclus wordt voor de zoveelste keer opnieuw gestart.
Technische gegevens
Aan-uitschakeling
Max. toegestane laadstroom
Afmetingen
12,5 V/13,8 V
(via precisie spindeltrimmer instelbaar)
10 A
85 x 55 mm
6
Advertenties
Inhoudsopgave
