Voor elk project kunnen de compilerinstellingen apart veranderd worden.
De invoeren Autor, Version, Kommentar kunnen vrij voorzien worden van tekst, ze zijn
alleen bedoeld als geheugensteuntje, om zich later beter bijzonderheden van het project te
herinneren.
In
"CPU Auswahl"
legt u het doelplatform van het project vast. Als u op "Hardware opvragen"
klikt, dan wordt de aangesloten C-Control Pro module uitgelezen en wordt de CPU juist
gekozen.
Bij de
"Opties"
configureert u de multithreading en of er een debug code gemaakt moet
worden.
Als er met de debug code gecompileerd wordt, dan wordt de bytecode een klein beetje
langer. Per regel in de brontekst die uitvoerbare aanwijzingen bevat, wordt de bytecode een
byte groter.
Als er multithreading gebruikt moet worden, dan moet in de project- opties de keuzebox
geselecteerd worden en bovendien moeten de threads onder
geparametriseerd worden.
In de opties kan ook gekozen worden of er een
4.1.5
Thread –opties
Om een thread voor de looptijd te kunnen activeren moet hij in deze keuzebox geactiveerd
worden en moeten de parameters stackgrootte en cyclustijd ingesteld worden.
Aan elke extra thread, behalve voor het hoofdprogramma, wordt een plaats op de stack
toegewezen, die hij niet mag overschrijden.
51
"Threads configureren"
Map bestand
gemaakt moet worden.
apart