In de hoofdzaak werkt de interpreter de bytecode af, die door de compiler gegenereerd is.
Verder zijn de meeste bibliotheekfuncties in de interpreter geïntegreerd, opdat het bytecode
–programma bijv. toegang kan krijgen tot hardware-poorten. De RAM en EEPROM interface
wordt gebruikt door de debugger in de IDE, om toegang te krijgen tot variabelen, als de
debugger gestopt is bij een breakpoint.
Autostart
Als er geen USB interface is aangesloten, en u heeft bij het inschakelen niet op SW1 gedrukt
om in de seriële bootloadermodus te komen, dan wordt de bytecode (voor zover aanwezig)
in de interpreter gestart. Dat wil zeggen, als de module in een hardware applicatie
ingebouwd wordt, dan is het aanleggen van de voedingsspanning voldoende om het
toepassingsprogramma automatisch te starten.
3.2
Mega32
Mega32 overzicht
De microcontroller ATmega32 komt uit de AVR –familie van ATMEL. Dit betreft een low-
power microcontroller met Advanced RISC Architecture. Hier volgt een korte samenstelling
van de hardware resources:
• 131 Powerful instructions – Most Single-clock Cycle Execution
• 32 x 8 General purpose Working Registers
• Up to 16 MIPS Throughput at 16 MHz
• Nonvolatile Program and Data Memories
32K Bytes of In-System Self-Programmable Flash
Endurance: 10,000 Write/Erase Cycles
In-System Programming by On-chip Boot Program
• 1024 Bytes EEPROM
• 2K Byte Internal SRAM
• Peripheral Features:
Two 8-bit Timer/Counters with Separate Prescalers and Compare Modes
One 16-bit Timer/Counter with Separate Prescaler, Compare mode and Capture
Mode
Four PWM Channels
8-channel, 10-bit ADC
8 Single-ended Channels
2 Differential Channels with Programmable Gain at 1x, 10x or 200x
Byte-oriented Two-wire Serial Interface (I2C)
Programmable Serial USART
On-chip Analog Comparator
External and Internal Interrupt Sources
32 Programmable I\O Lines
• 40-pin DIP
• Operating Voltages 4.4 – 5.5 V
14