TEMPERATUURREGELING
De temperatuur wordt automatisch geregeld. U
kunt echter zelf een temperatuur in het apparaat
instellen.
Houd bij de instellingskeuze rekening met het feit
dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is
van:
•
de kamertemperatuur,
•
de frequentie waarmee de deur wordt geopend,
•
de hoeveelheid etenswaren die wordt bewaard,
•
de plek van het apparaat.
DAGELIJKS GEBRUIK
HET PLAATSEN VAN DE DEURSCHAPPEN
Om het bewaren van voedselverpakkingen van
verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes worden
geplaatst.
1. Trek het schap enigszins omhoog totdat het
loskomt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
VERPLAATSBARE SCHAPPEN
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal glijschoenen zodat de schappen op de
gewenste plaats gezet kunnen worden.
8
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het
meest geschikt.
Voor de bediening van het apparaat:
1. Draai de temperatuurregelaar rechtsom om een
lagere temperatuur in het apparaat te
verkrijgen.
2. Draai de temperatuurregelaar linksom om een
hogere temperatuur in het apparaat te
verkrijgen.
Verwijder de glasplaat boven de
groentelade niet om een goede
luchtcirculatie te garanderen.
GROENTELADE
In het onderste deel van het apparaat bevindt zich
een speciale lade die geschikt is voor de opslag
van groenten en fruit.
FLESSENREK
1. Plaats de flessen (met de openingen naar
voren gericht) in het voorgeplaatste schap.
Als het schap horizontaal
geplaatst is, mogen alleen
afgesloten flessen worden
neergezet.