Installatie procedure
3 Werk de rest van de leidingen af met isolatietape die
naar de buitenunit leiden.
4 De leidingen en elektrische kabels die de binnenunit
met de buitenunit verbinden moeten op de muur
vastgezet worden met geschikte kanalen.
LET OP
• Zorg ervoor dat elke koelmiddel aansluiting
bereikbaar moet zijn voor eenvoudig onderhoud en
verwijdering.
5 Selecteer de isolatie van de koelleiding.
• Isoleer de gaszijde en vloeistofzijde leiding,
wijzend op de dikte van de isolatie die moet
verschillen al naar gelang de grootte van de
leiding.
• Standaard: Minder dan een binnentemperatuur van
30°C, met luchtvochtigheid van 85%. Als installatie
in een vochtige omgeving plaatsvindt, maak dan
gebruik van een graad dikkere isolatie met een
verwijzing naar de onderstaande tabel. Als installatie
in een ongunstige omgeving plaatsvindt, gebruik dan
een dikkere.
• De warmteweerstand temperatuur van de isolatie
moet meer dan 120 ° C bedragen.
Pijp
Pijp
afmeting
Ø6,35 tot
Ø9,52
Vloeistofleiding
Ø12,7 tot
Ø19,05
Ø6,35
Ø9,52
Gas pijp
Ø12,70
Ø15,88
Ø19,05
• Bij het installeren van isolatie op plaatsen
en onderstaande omstandigheden, gebruik
dezelfde isolatie die wordt gebruikt voor hoge
luchtvochtigheid.
12
Nederlands
Isolatie type
(verwarmen/koelen)
Standaard
Hoge
luchtvochtigheid
Opmerking
(Minder
dan 30°C,
(Meer dan 30°C,
85%)
85%)
EPDM, NBR
9t
9t
13t
13t
De interne
13t
19t
temperatuur
is hoger dan
120°C.
19t
25t
<Geologische condities>
Hoge luchtvochtigheid locaties zoals kustlijnen,
warmwaterbronnen, meer of rivierkanten en richels (wanneer
een deel van het gebouw bedekt is met aarde en zand)
<Werkingsdoel voorwaarde>
Restaurant plafond, sauna, zwembad enz.
<Bouwconstructie voorwaarde>
Plafonds vaak blootgesteld aan vocht en koeling zijn niet
gedekt. Bijvoorbeeld, leidingen in een gang van een slaapzaal
en studio of in de buurt van een uitgang geïnstalleerd dat
regelmatig opent en sluit.
Op plaatsen (waar leidingen zijn geïnstalleerd) die zeer
vochtig zijn door gebrek aan ventilatie.
Stap 9 Het installeren van de
afvoerslang en afvoerleiding
Controleer bij het installeren van de afvoerpijp voor
de binnenunit, dat de condensatieafvoer voldoende is .
Wanneer u de pijp in het door de muur geboorde gat van
65mm steekt, controleer dan het volgende:
De slang mag NIET
Het uiteinde van de
The hose must NOT
The end of the drain
schuin omhoog lopen.
afvoerpijp mag NIET
slant upwards.
hose must NOT be
onder water worden
placed under water.
geplaatst.
Houd speling van
Keep a clearance of at
ten minste 5cm vrij
least 5cm between
tussen het uiteinde
the end of the hose
van de afvoerpijp en
and the ground.
de grond.
1 Verbind indien nodig, de 2m afvoerpijpverlengstuk aan
de afvoerpijp.
Buig de slang NIET
Do NOT bend the hose
in verschillende
in different directions.
richtingen.
Plaats het uiteinde van
Do NOT place the end
de afvoerslang NIET in
of the drain hose in a
een gat.
hollow.