Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
Correct gebruik
De telefoon is geschikt voor aansluiting op het openbare analoge telefoonnet alsook voor
aansluiting op de analoge poorten van telefooncentrales.
GEVAAR
Opstellen van de telefoon
In de buurt van de plaats van opstelling moet zich een telefoonaansluiting bevinden.
VOOR-
ZICHTIG
Meubellakken of -onderhoudsproducten kunnen de kunststof voetjes van de telefoon doen
oplossen. Om vlekken op meubels te vermijden, gebruikt u in dat geval best een slipvrije
onderlegger.
Open nooit de telefoon zelf, omdat u anders met onder spanning
staande onderdelen in contact kunt komen. Kom nooit met metalen
voorwerpen aan de contactpinnen.
En gelieve evenmin te telefoneren of kabels aan te sluiten of uit te trek-
ken als het onweert (omwille van het risico op elektrische schokken,
mocht de bliksem op het telefoonnet inslaan).
De telefoon is gemaakt voor gebruik onder normale omstandigheden.
Gelieve de telefoon niet op te stellen:
- dicht bij warmtebronnen (airconditioning, radiatoren, plaats met direct
zonlicht);
- in vochtige ruimten of op plaatsen waar er sprake is van een risico op
waterspatten of spatten van chemische stoffen;
- nabij toestellen die sterke magnetische velden genereren ( elektrische
apparaten, fluorescentielampen, computers, televisietoestellen, enz.);
- op stoffige plekken;
- op plaatsen die blootgesteld zijn aan trillingen of extreme temperatuur-
schommelingen.
Houd de telefoon of de hoorn nooit vast aan het snoer. Gebruik alleen
het meegeleverde telefoonsnoer. Sluit het telefoonsnoer alleen aan op
de daartoe voorziene contactdoos.
Voorzie, indien nodig, bijkomende stopcontacten.
De telefoon mag niet blootgesteld worden aan omgevingstemperaturen
onder 0 °C of boven 40 °C.
3