6.Controleer de loopbus tijdens haar voeding op een zachte en ongehinderde beweging.
Wanneer de beweging te hard is maak dan de moeren losser totdat de hinder verdwijnt.
6. Gebruik en problemen
6.1 Plaatsen van boren
Plaats de boor ca. 25 mm in de klauwen van de boorkop. Gaat het om een kleine
boor, plaats haar dan niet zo diep om te vermijden dat de klauwen de snijkant van de
boor raken.
Zorg ervoor dat de boor centraal geplaatst is alvorens de boorkop aan te spannen.
Fig.18
6.2 Het plaatsen van het werkstuk
Plaats steeds een stuk hout op de tafel. Zo voorkomt men splinters of zware bramen,
wanneer het werkstuk breekt. Het stuk moet tegen de linkerkant van de kolom
aanleunen. Fig.19
6.3 Het gebruik van een spanklem
Maak gebruik van een spanklem voor kleine werkstukken die niet op de tafel kunnen
worden geklemd. De spanklem moet met bouten vastgemaakt worden aan de tafel.
www.contimac.be
12