4.
Bevestig vervolgens de afhangers (0-15 cm).
a. Draai de stelmoer op de afhanger;
b. Draai het pijpsleuteltje op de afhanger (zie tekening) en draai
de afhanger in het plafond;
c. Nadat het pijpsleuteltje is verwijderd, hangt u de drager door
het sleufgat heen aan de afhanger;
d. Draai de contramoer op de afhanger (zie tekening)
4b
5.
Hang de tweede drager precies parallel aan de eerste drager.
Let erop dat de prongs in één lijn liggen.
6.
Zorg dat de onderkant van de drager/prong ca. 1 cm boven de
onderkant van de kantlijst zit.
Gesloten plafond
Op hoogte stellen van de dragers
Klik twee lamellen in de dragers en stel daarmee de dragers op hoogte.
Neem ter controle een los lamel en houdt dit op zijn kant tegen een
gemonteerde lamel aan. De hoogte van de drager is juist, zodra de
controle lamel over de gehele lengte in lijn is met de gemonteerde lamel.
4d
Open plafond
6
4
Stap
Aanbrengen van de
lamellen (en indien
van toepassing de
voegprofielen)
U-kantlijst
Wanneer u gebruik maakt van een U-kantlijst kunt u gebruik maken van
stukjes elektrabuis om de lamel in de kantlijst te klemmen indien de
lamel niet strak op de kantlijst aansluit.
L-kantlijst
Wanneer u gebruik maakt van een L-kantlijst kunt u gebruik maken van
aandrukclips (meegeleverd) om de lamel in de kantlijst te klemmen.
Maak de lamellen waar nodig op maat, neem voor de lengte van een
lamel, de afstand van muur tot muur vermindert met 2,5 cm (indien
u gebruik maakt van kanthout is dit 5,5 cm) en monteer de lamellen.
Begin aan een uiteinde van de kamer. Schuif de lamel aan één zijde in
de kantlijst, klik de lamel in de drager en schuif de lamel c.a. 1 cm terug
zodat deze in de kanlijst aan de andere zijde komt te liggen.
Voor de plafonds met een voegprofiel (80B, 130B en 180B) geldt:
Indien u gekozen heeft voor een V-voegprofiel moet deze om en om met
de lamel geplaatst worden.
De U-voegprofielen dienen altijd achteraf te worden gemonteerd.
7