7.
Vervangen van de batterijen
Afhankelijk van het type batterij of accu dat u gebruikt is de vervanging heel ver-
schillend. Lage temperaturen hebben eveneens een negatieve invloed op de
levensduur van de batterijen en vooral bij accu's.
Bij gebruik van hoogwaardige alkaline-batterijen is een levensduur van max. 2 jaren
mogelijk.
Daarentegen moeten accu's of goedkope zinc-koolstof-batterijen vaker vervangen
worden.
Wanneer op het ontvangstapparaat (b.v. het basisstation "WS555") langer dan 24 uur geen
dataontvangst plaatsvindt moeten de batterijen vervangen worden.
Controleer eerst of er niet een storing in de radiografische overdracht aanwezig is.
Ook in dit geval verschijnt geen weergave op het display van het basisstation.
Eventueel kan zich een groot metalen voorwerp in het zendtraject bevinden (bv.
een geparkeerd voertuig).
Open de behuizing van de combisensor zoals in hoofdstuk 6. b) beschreven. Vervang de
complete set batterijen door nieuwe batterijen en sluit daarna de combisensor weer.
Eventueel moet na het vervangen van de batterijen een nieuwe synchronisatie met
het basisstation uitgevoerd worden (batterijen uit het basisstation halen en opnieuw
plaatsen). De data (min-/max-geheugen enz.) in het basisstation gaan hierbij verlo-
ren.
Na het vervangen van de batterijen zendt de combisensor ongeveer 5 minuten lang alle 3
seconden een datapakket met de gemeten waarden. Dit vergemakkelijkt een herkenning van
de combisensor door het basisstation.
Indien het basisstation na ongeveer 10-15 minuten de combisensor niet heeft herkent, dan
haalt u de batterijen uit de combisensor, basisstation en andere sensoren van het systeem.
Wacht daarna ten minste 60 seconden. Vervolgens voert u dezelfde handelingen uit als bij
de eerste ingebruikneming:
• •
Batterijen in de combisensor (en in andere sensoren van het systeem) plaatsen.
• •
Binnen max. 3-4 minuten de batterijen in het basisstation plaatsen.
Aansluitend moet het basisstation de sensoren herkennen.
Als er nog steeds geen ontvangst vastgesteld wordt test u het basisstation, combi-
sensor en andere sensoren van het systeem zoals beschreven in hoofdstuk 6. a).
7