4
Inbedrijfstelling
A
4.1.4 Instellen van de nadraaitijd van de pomp
LET OP!
Wanneer de installatie geregeld wordt met een ruimte-
temperatuurregeling en er sprake is van bevriezings-
gevaar voor delen van de installatie die buiten het
bereik van deze ruimtetemperatuurregeling liggen,
bijvoorbeeld radiatoren in de garage, dan moet de
nadraaitijd van de pomp worden ingesteld op 24 uur.
Stel de nadraaitijd van de pomp in volgens Menu instel-
lingen op pag. 20.
Sluit de schuiflade (afb. 21).
4.1.5 Instellen van de kamerthermostaat
Stel de kamerthermostaat in op de gewenste
ruimtetemperatuur.
Zodra het toestel brandt wordt, indien nodig, eerst het
warmtapwater verwarmd. Daarna wordt de cv-installatie
verwarmd.
34
Afb. 21 Schuiflade openen en sluiten
Nefit Buderus B.V. • http://www.nefit.nl