Instellen ventilatielevels
Level 3
p
■
q
46
Met het Installer menu (level 3) - Ventilation levels kan de capaciteit van de
ventilator aangepast worden. De maximaal instelling moet aangepast worden aan
het benodigde ventilatiedebiet voor de betreffende woning. U dient hiervoor de vol-
gende stappen te doorlopen:
1. Selecteer het Installer menu - Ventilation levels en druk kort op ■ . Keuze voor
grondgebonden en niet grondgebonden licht op. Bij instellen van de ventilatie-
levels wordt allereerst de keuze voorgelegd of het een grondgebonden of niet
grondgebonden woning betreft. Deze keuze heeft invloed op de gekozen % van
de ventilatielevels.
GG
NGG
L1
20%
20%
L2
35%
35%
L3
50%
45%
L4
70%
65%
2. Kies het betreffende woningtype met
3. Ventilatieniveau L4 licht op.
■
4. Na het indrukken van
hier een waarde tussen 20 en 100 instellen (20% = min. ventilatieniveau) met
▼
▲ . Het is echter niet mogelijk voor ventilatieniveau L2 een waarde
behulp van
lager dan die van L1 + 5% en hoger dan die van L3 - 5% te kiezen. Door verder op
▼
te drukken tot L1 + 5% is bereikt, zal % L1 afnemen zodat het verschil
tussen L1 en L2 steeds 5% blijft (omgekeerd (wanneer op ▲ gedrukt blijft
worden) is dit ook het geval). Dit geldt ook voor de overige standen:% L1 + 5%
≤ % L2% L2 + 5% ≤ % L3% L3 + 5% ≤ % L4. Bevestig en bewaar het ingestelde
■
percentage door op
te drukken. Wanneer door lang op
in te drukken het scherm wordt verlaten, worden de wijzigingen niet opgeslagen.
5. Om de volgende ventilatiestand te veranderen gaat u met behulp van
het volgende ventilatieniveau en herhaalt u de handelingen vanaf stap 2.
6. Om het Installer menu - Ventilation levels te verlaten, houdt u minimaal 3 sec-
■
onden
ingedrukt of drukt u kort op
In het gebruikersmenu kan de gebruiker vervolgens met een aantal keuzes
(gezinsgrootte en aanwezigheid overdag) het programma en de capaciteit
finetunen.
▼
▲ en bevestig met
gaat ook het bijhorende percentage oplichten. U kunt
▼
EN ▲ .
■.
■
▼
EN ▲
te drukken of
▼
▲ naar