Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften ..........3 Korte beschrijving van het toepassingsgebied.... 4 Plaatsen van de SmartValve ........5 Aansluiten klep en bediening SmartValve ....6 Installeren en inregelen van de SmartValve ....7 Instellen CO grenswaarde .......... 7 Instellen debiet SmartValve ........10 Tabel Drukverschil over SmartValve ......14 Instellen minimumdebiet van de SmartValve.....15 Master-Slave ...............19...
• Respecteer de veiligheids- Niet opvolgen kan leiden tot bepalingen voor laagspannings- schade aan de SmartValve of installaties en de eventuele tot persoonlijk letsel. BUVA is plaatselijke voorschriften van hiervoor niet aansprakelijk. het nutsbedrijf • Controleer of het plaatselijke • De SmartValve is niet geschikt...
Voor verdere informatie op het gebied van toepassing, energiebesparing en andere zaken, raadpleeg de brochure (aan te vragen via www.buva.nl). Specificaties SmartValve SmartValve...
• De SmartValve is enkel toepasbaar in combinatie met een constant-drukventilator • Ter voorkoming van bovenmatig installatiegeluid adviseert BUVA een minimale afstand van 1 meter tussen SmartValve en afvoerventiel in de ruimte • De stromingsrichting van de lucht dient overeen te komen met de richting van de pijl op de SmartValve •...
Aansluiten klep en bediening SmartValve Sluit + en GND van de trafo Aansluiten hoofdbediening (niet meegeleverd) aan op printplaat van de SmartValve. De hoofdbediening wordt met een 10-aderige kabel op de SmartValve aangesloten. We adviseren een standaard LIYY 10 x 0,34mm (max.
Installeren en inregelen van de SmartValve Nadat de SmartValve geplaatst en aangesloten is, kan deze ingeregeld worden. Er zijn twee instelmogelijkheden. Instellen van de CO grenswaarde (wat is de CO waarde die niet overschreden mag worden). Instellen van de maximale positie van de klep op het moment dat de grenswaarde overschreden wordt.
Pagina 8
Instellen CO grenswaarde Vervolg 2. Druk knoppen 2 en knop 4 gelijktijdig meer dan 5 seconden in. De LED’s bij knop 1, knop 2 en knop 4 knipperen nu snel. 3. Met behulp van knop 3 wordt het setpoint één stap verlaagd. Met behulp van knop 4 wordt deze één stap verhoogd (100 of 200PPM, zie hiervoor de tabel op pagina 9) grenswaarden verlagen...
Pagina 9
Knipperen op een bepaalde frequentie Knop 1 Knop 2 Knop 3 Knop 4 Grenswaarde CO 600ppm 800ppm 900ppm 1000ppm 1100ppm 1200ppm 1400ppm 1600ppm 4. Op het moment dat de gewenste grenswaarde is gekozen wordt deze ingesteld middels kort indrukken van knop 2 Installatiehandleiding SmartValve...
Instellen debiet SmartValve Instellen nominaal/maximaal debiet Bij het inregelen kan het maximale debiet (maximale klepstand) inge steld worden op de SmartValve of op de ventielen in de ruimte. In geval van inregelen van het debiet op de ventielen is inregelen van de SmartValve niet nodig.
Pagina 11
De LEDs blijven snel knipperen zolang de inregeling niet voltooid is. Meet het debiet op (met een anemometer) aan het/de afvoer ventiel(en) in de ruimte(s). Wanneer het opgemeten debiet niet het gewenste debiet is kan men via de bediening de positie van het klepblad veranderen.
Pagina 13
Als het gewenste nominale debiet bereikt is, dient men (kort) op knop 2 te drukken om de inregelprocedure af te sluiten. Hierna is de inregeling voltooid; de LED op knop 2 brandt. De SmartValve werkt in de Aanwezigheid XL stand. Installatiehandleiding SmartValve...
Instellen minimumdebiet van de SmartValve Standaard staat de minimale klepstand van de SmartValve ingesteld op 10% van de maximaal ingestelde klepstand. Er kunnen omstandig - heden zijn dat het wenselijk is deze minimale stand te verhogen. Belangrijk Zorg dat eerst alle SmartValves, die luchttechnisch verbonden zijn met een centrale ventilator op nominaal/maximaal debiet (zie Instellen nominaal/maximaal debiet pagina 10 en verder) ingeregeld zijn.
Pagina 16
• STAP 2: Met de 4-standenschakelaar kan de gewenste kleppositie voor het minimumdebiet ingesteld worden. Per druk op knop 3 wordt het klepblad stap voor stap gesloten, per druk op knop 4 wordt het klepblad stap voor stap opengezet. Klepblad meer sluiten Klepblad meer openen...
Pagina 17
Het klepblad kan in 12 verschillende posities ingesteld worden. De combinatie van de snel knipperende LEDs op de knoppen geeft weer in welke stand het klepblad gepositioneerd staat (bij minimumklepstand) in functie van de nominale klepstand. Knipperen op een bepaalde frequentie Knop 1 Knop 2 Knop 3...
Pagina 18
• STAP 3: Op het moment dat het gewenste minimum afvoerdebiet bereikt is, dient men (kort) op knop 2 te drukken om te bevestigen. De ‘minimum’ positie van het klepblad is hierbij ingesteld. Op de hoofdbediening zal LED op knop 2 continu branden. De SmartValve staat dan in de Aanwezigheid XL stand.
Master-Slave Bij toepassen van de Master-Slave regeling is het mogelijk de maximale en minimale stand van de 0-10V Out Master en Slave apart in te stellen. Om de Slave aan te sturen moet de GND en 0-10V 0-10V In vanuit de Master doorgelust worden.
Pagina 20
In de MASTER SmartValve zijn een CO - en H O-sensor geïntegreerd, die de luchtkwaliteit opmeten in de aangesloten ruimtes. Afhankelijk van de opgemeten waarde van de sensoren, wordt de positie van het klepblad bepaald. De positie van het blad varieert tussen minimumdebiet en maximaal/nominaaldebiet.
Bediening Met de vierstandenschakelaar is het ventilatieniveau naar behoefte aan te passen. De verschillende mogelijkheden zijn: 1. Ecostand: standaardstand waarbij met een minimum aan lucht, optimaal geventileerd wordt 2. Aanwezigheidsstand XL: stand waarbij op basis van de setpointwaarde geventileerd wordt 3.
Koppeling met een gebouwbeheersysteem Het is mogelijk de SmartValve te koppelen met een gebouw- beheersysteem (GBS). In deze configuratie wordt de SmartValve aangestuurd middels een 0-10V signaal vanuit het GBS. 0-10V Transfo 12/24V min. 0,63A Hierbij geldt: Stuursignaal GBS 0-1,25V Autonome werking SmartValve Stuursignaal GBS 2V (±0,25V) Klepstand volledig dicht (0%) Stuursignaal GBS 3V (±0,25V) Klepstand 1...
Veelgestelde vragen Is het noodzakelijk een hoofdbediening te installeren? De SmartValve werkt volledig automatisch. Voor extra instellingsmogelijkheden kan een hoofdbediening worden toegevoegd aan het systeem, maar dat is niet noodzakelijk. Voor het inregelen en aanmelden van de SmartValve is een bediening altijd noodzakelijk.
Pagina 27
Daarnaast kunnen normen, voorschriften en bouwbesluits-eisen wijzigen. Verder zijn onze Algemene voorwaarden van toepassing. Deze zijn te vinden op www.buva.nl. Deze handleiding is een uitgave van BUVA. Zetfouten en tussentijdse wijzigingen voorbehouden. Installatiehandleiding SmartValve 15086.18.05.2M...
Pagina 28
BUVA SmartValve • Vraaggestuurde ventilatie • Energiezuinig • Standaard regelen op basis van luchtkwaliteit • Toepasbaar in bestaande hoogbouw • Eenvoudige bediening • Eenvoudige installatie • Besparing op de Energie-Index 0180 - 69 75 00 | buva.nl...