Dagelijks onderhoud
De volgende onderhoudswerkzaamheden moeten na elk gebruik
uitgevoerd worden.
Luchtfilter reinigen
Is de werkplaats heel stoffig of zandig, dan moet
de filter absoluut regelmatig gereinigd worden,
want alleen een schone luchtfilter garandeert
het maximale motorvermogen. Grove vuilparti-
kels kunnen de motor kapot maken!
Een beschadigde luchtfilter onmiddellijk ver-
vangen!
Plaats de motorzeis voor de reiniging van de luchtfilter zodanig
dat hij stabiel op zijn voet ligt.
Als gereedschap hebt u evt. de kruisgleufschroevendraaier
nodig.
1 Schroef (1) uitdraaien.
2 Luchtfilterafdekking (2) onderaan vastnemen en aftrek-
ken.
3 Choke-hendel (3) tot aan de aanslag naar boven schuiven.
Nu kunnen er geen vuilpartikels meer in de carburateur
vallen.
4 Luchtfilter (4) afnemen en in lauwwarme zeeploog met
gewoon afwasmiddel uitwassen.
5 Luchtfilter volledig laten drogen.
6 Luchtfilter opnieuw inzetten (de positie van de filter is door
een lijn (5) gemarkeerd).
7 Luchtfilterafdekking eerst op de bovenste lippen (6) zetten,
dan het onderste deel van de afdekking in de richting van de
motor drukken (de afdekking moet hoorbaar vastklikken).
8 Schroef opnieuw stevig aanzetten.
Wekelijks onderhoud
De volgende onderhoudswerkzaamheden moeten bij regelmatig
gebruik een keer per week uitgevoerd worden.
Bougie controleren/vervangen
De motor moet volledig afgekoeld zijn voor u de bougies kunt
controleren of vervangen.
Plaats de motorzeis eerst zodanig dat hij stabiel op zijn voet
ligt.
Als gereedschap hebt u de combisleutel (plus schroevendraaier
als greep) alsook een geïsoleerde tang nodig.
Materiaal: Alleen bougie type NGK-CMR 6A gebruiken
(zie uittreksel uit de reserveonderdelenlijst).
1 Bougiekap (1) in de richting van de pijl verwijderen.
Bougiestekker (2) van de kaars trekken.
3 Bougie (3) met behulp van de combisleutel uitdraaien.
De bougie moet vervangen worden als zijn isola-
tie-element beschadigd is of zijn elektrode sterk
afgebrand, vervuild of met olie besmeerd is of
als er bij de hierna beschreven bougietest geen
vonk meer zichtbaar is.
De afstand tussen de elektroden moet 0,7-0,8 mm
bedragen (zie afbeelding).
1