1. Bouwfase I:
Montage van de onderdelen op de printplaat
1.1 Weerstanden
Eerst worden de aansluitdraden van de weerstanden overeenkomstig de rastermaat
rechthoekig gebogen en in de daarvoor bestemde gaten (vlgs. onderdelenschema)
gestoken. Daarna buigt u de aansluitdraden ca. 45° uit elkaar, zodat de weerstanden er bij
het omdraaien van de printplaat niet uit kunnen vallen en soldeert u ze op de achterzijde
zorgvuldig op de printbanen. Vervolgens worden de uitstekende draden afgeknipt.
De hier gebruikte weerstanden zijn koollaagweerstanden. Deze hebben een tolerantie van
5% en zijn gekenmerkt met een goudkleurige "tolerantie-ring". Koollaagweerstanden bezitten
doorgaans 4 gekleurde ringen.
Voor het aflezen van de kleurcode wordt de weerstand zo gehouden, dat de goudkleurige
ring zich aan de rechterkant bevindt. De kleurringen worden dan van links naar rechts
afgelezen!
R1
=
2,2 k
R2
=
10 k
R3
=
820 R
R4
=
100 k
1.2
Diode
Nu worden de aansluitdraden van de diode in overeenstemming met de rastermaat
rechthoekig omgebogen en in de daarvoor aangebrachte openingen (volgens
onderdelenschema) gestoken. Let er hierbij beslist op, dat de diode met de juiste poling
(positie van de streep op de kathode) ingebouwd wordt.
Opdat de diode bij het omdraaien van de printplaat er niet uit kan vallen, buigt u de
aansluitdraden van de diode ca. 45° uit elkaar en soldeert u deze met een korte soldeertijd
met de printbanen. Aansluitend worden de uitstekende draden afgeknipt.
D1 = 1 N 4148
1.3 Condensatoren
Steek de condensatoren in de overeenkomstig gekenmerkte gaten, buig de draden iets uit
elkaar en soldeer deze netjes met de printbanen. Bij de elektrolyt- condensatoren (elco's)
moet u op de juiste polariteit letten (+/-).
rood, rood, rood
bruin, zwart, oranje
grijs, rood, bruin
bruin, zwart, geel
universele siliciumdiode
9