Inbedrijfstelling:
Voordat u de boiler hydraulisch op het waterleidingnet aansluit, laat u het water enige tijd stromen
om al het vuil dat de inlaatcombinatie zou kunnen beschadigen te verwijderen wat en de diffuser
zou kunnen
blokkeren. Om de boiler goed te vullen laat u een warmwaterkraan open staan om de tank van de
boiler leeg te laten lopen en sluit u deze pas als er vlot water uit komt. Als het water na de nodige
tijd warm wordt, draai dan alle aansluitingen weer vast om een correcte waterafdichting te verze-
keren. Als de druk in het waternet hoger is dan de nominale druk van de boiler, is het verplicht om
een speciale klep (drukreduceerventiel) te installeren om de watertoevoerdruk te verlagen tussen
2 en 3 bar.
4.- AANSLUITING VAN DE BOILER OP HET ELEKTRICITEITSNET.
De aansluiting van de boiler op het elektriciteitsnet moet worden uitgevoerd volgens de normen
voor elektrische installatie.
Omdat de boiler geen onderdelen heeft die hem permanent scheiden van het elektrische netwerk,
moet bij de kabelverbinding tussen de boiler en de permanente installatie een schakelaar worden
geïnstalleerd die beide polen van de stroomtoevoer onderbreekt, met tussen de open contacten
een opening van ten minste 3 mm breed.
De onderstaande tekening toont het schema van de elektrische boiler:
Figuur 4.