Advertenties
Inleiding
Van harte gefeliciteerd met uw nieuwe alarmsysteem! In deze handleiding wordt uitgelegd hoe het
systeem werkt, hoe u het kunt bedienen en programmeren.
Om te voorkomen dat geavanceerde instellingen per ongeluk veranderd of gewist worden, vermeldt
deze handleiding dergelijke instellingen niet. Uw installateur helpt u graag verder met het veranderen
van deze instellingen.
Het alarm bedienen
Het alarmsysteem kan naar keuze volledig ("INGESCHAKELD") of gedeeltelijk ("THUISMODUS")
worden ingeschakeld. In de INGESCHAKELD-modus zijn alle sensoren ingeschakeld. In de THUIS-
modus worden alle sensoren ingeschakeld, (standaard) met uitzondering van de
bewegingsmelders.
Nadat u het alarm heeft ingeschakeld, heeft u voldoende tijd om de woning te verlaten. De centrale
laat bevestigingssignaal horen. Als een beveiligde deur of raam niet gesloten is, dan hoort u de
boodschap: "Waarschuwing, controleer deur". Schakel in dit geval het alarm direct uit en controleer op
het display welke deur niet goed gesloten is. Sluit vervolgens die deur en schakel het alarm opnieuw
in.
Er zijn drie manieren om het alarm te bedienen:
1.) De afstandsbediening
Schakelt het
systeem volledig IN
"INGESCHAKELD"
Paniekfunctie
(overvalmodus)
2.) De Centrale
Luidspreker
Keypad
Open het deksel door licht op de bovenkant te drukken. Druk op de menutoets (3
display). Toets vervolgens uw toegangscode in. Vervolgens kunt u het systeem in- of uitschakelen,
door respectievelijk op de toets
duwen.
Schakelt het systeem UIT
"UITGESCHAKELD"
Schakelt het systeem
gedeeltelijk IN.
(AWAY=ingeschakeld) of
"THUISMODUS"
Paniekknoppen
Volumeknop
luidspreker
LCD Display
LED status
Microfoon
(DISARM=uitgeschakeld) te
Beide knoppen tegelijk
indrukken genereert
direct een alarmmelding
e
knop onder het
Advertenties
